Mensen die ouder dan honderd jaar worden, bereiken die leeftijd waarschijnlijk niet dankzij een speciaal gen voor langlevendheid, zo blijkt uit een nieuwe studie.
Een genetisch onderzoek onder 17 mensen van 110 jaar en ouder heeft niet geleid tot de vondst van speciale genen die de kans op een hoge leeftijd bevorderen. Bij sommige proefpersonen werden juist genen aan getroffen die het risico op vroegtijdige dood verhoogden.
Dat melden onderzoekers van de Universiteit van Stanford in het wetenschappelijk tijdschrift PLOS One.
Zeldzaam
Aan het onderzoek deden 16 vrouwen mee en één man. De oudste deelnemer was 116 jaar.
Mensen die ouder worden dan 110 zijn zeer zeldzaam: wereldwijd zijn er op dit moment slechts 74 individuen die deze leeftijd hebben bereikt. De genen van de ‘superouden’ werden vergeleken met 34 willekeurige proefpersonen die tussen de 24 en 79 jaar oud waren.
De wetenschappers zochten onder meer naar verschillen in genen die invloed hadden op de aanmaak van insuline en specifieke eiwitten. In eerdere studies zijn dergelijke genen namelijk in verband gebracht met hoge leeftijden.
Lees hier het volledige artikel.