Hoe kunnen excessief verdienende bestuurders van zorginstellingen die op de zwarte lijst staan ’s avonds nog in slaap komen?
Negen jaar geleden sukkelde een vrouw het verpleegtehuis in. Zij was een intelligente, trotse vrouw. Ze had dertig jaar daarvoor een ernstige hersenaandoening gehad en leed sinds kort aan kanker, waarvoor ze op dat moment een chemokuur onderging. Door een ongelukkige val brak ze haar enkel. Dat was het moment dat haar echtgenoot de zorg voor haar niet meer aankon en haar noodgedwongen aan een verpleeghuis toevertrouwde.
Zowel voor hem als voor haar was dit een moeilijk te accepteren situatie. Het gevolg van de hersenaandoening was dat zij haar spraakvermogen nagenoeg was kwijtgeraakt en dat zij last had van verlammingsverschijnselen. Ze vertrouwde het meest op haar man. Hij was degene die haar het beste kende, wist wat ze bedoelde, aanvoelde wanneer hij er voor haar moest zijn of haar juist met rust moest laten. Het verpleegtehuis lag gelukkig niet ver van hun woning waardoor hij haar elke dag kon bijstaan. Samen probeerden ze zo goed mogelijk de dag door te komen, hopend dat hij haar weer mee naar huis kon nemen zodra haar enkel genezen was.
“Ze vertrouwde het meest op haar man. Hij was degene die haar het beste kende, wist wat ze bedoelde, aanvoelde wanneer hij er voor haar moest zijn of haar juist met rust moest laten” |
Lees hier het volledige artikel.