Geen aanwijzingen voor hersenschade door ernstige COVID-19

Patiënten die vanwege een ernstige COVID-19-infectie in het ziekenhuis zijn opgenomen, vertonen naderhand geen aanwijzingen voor hersenschade door de ziekte.

Dat blijkt uit een uitgebreide studie onder leiding van Universiteit Maastricht.

De onderzochte patiënten bleken niet meer afwijkingen in hersenfuncties en denkfuncties te hebben dan andere groepen ernstig zieke patiënten. Wel had meer dan de helft van de patiënten in de studie last van allerlei langdurige klachten, zoals vermoeidheid, concentratieproblemen, vergeetachtigheid of een verminderde kwaliteit van leven. De oorzaak van deze klachten is niet duidelijk. Juist daarom vragen ze volgens de onderzoekers blijvend aandacht, zorg en ondersteuning.

Hersenschade
Aanleiding voor de studie waren de neurologische symptomen bij patiënten op de intensive care (ic), die artsen tijdens de eerste coronagolf in het voorjaar van 2020 regelmatig zagen. De klachten van veel ex-coronapatiënten zouden hier mogelijk ook bij passen. Om dat te onderzoeken volgden de wetenschappers twee groepen coronapatiënten: 104 patiënten die vanwege een corona-infectie op de gewone verpleegafdeling waren opgenomen en 101 patiënten die om dezelfde reden op de ic van in totaal zes grote Nederlandse ziekenhuizen terecht kwamen. Zo’n 9 maanden na ontslag uit het ziekenhuis keken de onderzoekers via MRI-scans en uitgebreide cognitieve testen niet alleen naar mogelijke hersenschade, maar ook naar directe gevolgen van mogelijke hersenschade zoals geheugenstoornissen.

Lees hier het volledige artikel.