Gedwongen hulpverlening voor jongvolwassen zorgverlaters vergt (experimentele) wetgeving

Het Nederlands recht biedt onvoldoende mogelijkheden om jongeren die zorg mijden na hun vertrek uit residentiele jeugdhulpverlening, na hun achttiende nog gedwongen hulp te verlenen.

Dat concludeert Romy de Jong in het proefschrift dat ze op 3 september verdedigt aan Tilburg University.

De wet- en regelgeving voor volwassenen is niet toepasbaar voor een groot deel van deze jongmeerderjarigen met transitieproblemen. Voor nieuwe regelgeving moeten we echter eerst meer weten over de probleemgroep.

Zowel op juridisch als op niet-juridisch vlak is er volgens Romy de Jong te weinig aandacht voor de zogenaamde transitiejongeren (ook wel ‘care leavers’ genoemd): jongmeerderjarige zorgverlaters ‘bij wie in verband met het onttrekken aan zorg de dringende noodzaak wordt gevoeld door hulpverleners om de zorgverlening voort te zetten na het bereiken van de meerderjarigheid en vertrek uit de residentiële jeugdhulpverlening (in bijvoorbeeld de gesloten jeugdhulp of andere vormen van specialistische jeugdhulp)’. Voortgezette gedwongen bescherming is voor deze jongeren lastig, omdat de juridische mogelijkheden vaak ontbreken. Ze zoeken meestal geen vrijwillige hulp of wijzen die af. Het jeugdbeschermingsrecht biedt voor hen bovendien onvoldoende mogelijkheden.

Lees hier het volledige artikel.