In de welzijnssector groeit de behoefte om de effecten te meten van geleverde zorg en ondersteuning. Samen met gemeenten, instellingen en cliënten/burgers werkt Movisie aan de ontwikkeling van zogenaamde outcome indicatoren, die daar zicht op geven.
Voor ziekenhuizen in Nederland is het verplichte kost: het verstrekken van indicatoren die iets moeten zeggen over de kwaliteit van de zorg. Artsen en andere professionals vullen voor tientallen verschillende aandoeningen in of patiënten voorlichtingsmateriaal hebben ontvangen (ja/nee), wat het aantal wondinfecties is of welk percentage patiënten binnen vier weken na diagnose wordt geopereerd. Het levert een stroom aan cijfers op, zogenaamde prestatie-indicatoren. Maar zeggen die indicatoren iets over de kwaliteit of de effecten van de geleverde zorg?
Helaas maar in beperkte mate, concludeerde de Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra na een onderzoek. Een belangrijke oorzaak is dat ziekenhuizen definities nogal verschillend interpreteren, waardoor scores van het ene ziekenhuis slecht vergelijkbaar zijn met het andere. Daarnaast bevordert het systeem van zelfrapportage ‘het aanleveren van sociaal wenselijke doch onbetrouwbare gegevens,’ aldus de onderzoekers.
Het is leerzaam een blik te werpen op de indicatoren van ziekenhuizen, zegt Loek Stokx, chief strategist bij het RIVM en deskundig op het terrein van indicatoren. Want nergens anders in de Nederlandse zorgwereld worden indicatoren zo breed verzameld als daar. Een advies: hou het aantal indicatoren beperkt. ‘De invoering bij de ziekenhuizen leverde een oerwoud aan cijfers op,’ zegt Stokx. ‘Dat werkt eerder verhullend dan verhelderend.’
Lees hier het volledige artikel.