Mensen die gezond leven en veel sporten, zijn zelden ziek. Mensen die nooit sporten maar wel roken, hijgen als ze een trap op klimmen. Tot zover kan iedereen het begrip conditie wel volgen. Maar wat is conditie eigenlijk? Hoe kun je dat meten, en vooral, verbeteren? Sportarts Marije Constandse beoordeelt wekelijks de conditie van sporters en hartpatiënten en geeft advies.
Conditie is je uithoudingsvermogen, je fitheid’, steekt Constandse van wal. ‘En die kun je op verschillende manieren meten. Bijvoorbeeld door het lopen van een Coopertest: je loopt 12 minuten hard en leest je fitheid af aan de hand van het aantal gelopen meters. Waar het bij conditie om gaat, is de hoeveelheid zuurstof die iemand kan verwerken. Dat begint bij je longcapaciteit, maar heeft ook te maken de capaciteit van je hart en de opname van zuurstof door het bloed en de spieren. Hoe beter iemand getraind is, hoe meer zuurstof hij kan opnemen.’
Vinger aan de pols
Op het Sport Medisch Centrum van de Sint Maartenskliniek komen wekelijks cliënten voor een inspanningstest. Het zijn vaak fanatieke sporters die een vinger aan de pols willen houden, of sporters boven de 50 die willen weten of ze wel verstandig trainen. Tijdens een inspanningstest, waarbij ze een kwartier op de fiets zitten, meet de sportarts de hoeveelheid zuurstof die iemand opneemt. ‘Als blijkt dat iemand een slechte conditie heeft, gaan we eerst uitvragen of iemand wel goed traint,’ vertelt Constandse. ‘Het kan bijvoorbeeld zo zijn dat iemand te zwaar traint. Maar het kan ook zijn dat er afwijkingen zijn op het hartfilmpje dat we maken. Dan sturen we iemand door naar de cardioloog.’
Sneller herstel
Het hartfilmpje tijdens de inspanningstest laat zien hoeveel moeite het hart moet doen om de gewenste prestatie te leveren. Want mensen die goed getraind zijn, hebben bij inspanning een lagere hartslag. ‘Meestal is de slagkamer in het hart bij sporters groter,’ legt Constandse uit. ‘Daardoor hoeft het hart minder snel te pompen om de gewenste hoeveelheid zuurstof door het lichaam te transporteren. En daardoor herstel je ook sneller. Een goede indicatie voor het meten van iemands conditie is dan ook het tempo waarin iemand herstelt na inspanning. Na drie minuten rust moet de hartslag behoorlijk gedaald zijn.’
Op peil
Mensen met een slechte conditie adviseert Constandse vooral om te gaan bewegen. Om de fiets te pakken in plaats van de auto en een sport te zoeken die goed bij hen past. Maar niet iedereen lukt het om door middel van training zijn of haar conditie te optimaliseren. ‘Je conditie is ook een aangeboren gesteldheid, de mate waarin je die kunt trainen is beperkt. Bovendien hebben mensen met een actief beroep, bijvoorbeeld een plantsoenmedewerker, van nature al een veel betere conditie dan mensen die de hele dag op kantoor zitten. Die moeten al snel drie keer in de week trainen om hun conditie op hetzelfde peil te houden.’
Bewegen? Zo houd je het vol!
1. Pak de fiets of ga lopen als dat mogelijk is. Maak er een gewoonte van.
2. Zoek een sport die je leuk vindt.
3. Ga sporten in groepsverband, zo heb je afspraken staan
4. Voorkom tegenvallers: ga rustig van start en bespaar jezelf blessures
5. Sport verantwoord: laat jezelf controleren door een sportarts als je twijfelt aan je lichamelijke conditie
6. Begin gewoon! Veel van je bezwaren of excuses verdwijnen naar de achtergrond zodra je je fitter gaat voelen.
7. Lukt het niet om het vol te houden? Vraag je dan af waarom niet. Zoek net zolang door totdat je een sport hebt gevonden die bij je past!
Iemand met een goede conditie…
– kan beter tegen stress
– herstelt sneller
– heeft een betere weerstand
– is minder vaak ziek
– kan lichamelijke problemen beter oplossen
– kan meer aan
– ziet er beter uit
– voelt zich lekkerder
Bron: St. Maartenskliniek