Vanaf 1 juli 2016 kunnen nabestaanden van slachtoffers van dood door schulddelicten in het verkeer en algemene dood door schulddelicten in aanmerking komen voor een financiële tegemoetkoming uit het Schadefonds. Dit is geregeld in een wijziging van de Wet schadefonds geweldsmisdrijven.
Het complex aan gevolgen voor nabestaanden van slachtoffers die als gevolg van een ernstig verkeersmisdrijf of als gevolg van dood door schuld zijn komen te overlijden, is zeer vergelijkbaar met de gevolgen voor nabestaanden van slachtoffers van geweldsmisdrijven. Door een tegemoetkoming van het Schadefonds wordt het leed dat deze nabestaanden is aangedaan erkend.
Als het Schadefonds het aannemelijk vindt dat het slachtoffer om het leven is gekomen door een misdrijf in de zin van artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994 of artikel 307 van het Wetboek van Strafrecht, dan kan het Schadefonds een tegemoetkoming van € 5.000 toekennen aan de nabestaande(n). Dit bedrag is een tegemoetkoming voor het leed van de nabestaande (smartengeld) en de eventuele financiële schade, die nabestaande leed door het delict. Denk hierbij aan medische hulp of vermindering van inkomsten. Daarnaast kunnen nabestaanden een extra tegemoetkoming krijgen voor uitvaartkosten en schade door het wegvallen van het inkomen van de overledene.
Bron: Rijksoverheid.