Jaarlijks worden er verschillende evenementen georganiseerd die in het teken staan van handhygiëne. Aankomende vrijdag organiseert de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) de Internationale Dag van de Handhygiëne, om aandacht te vragen voor schone handen. Wat klopt er wel – en wat niet – over handhygiëne?
NU.nl legde een aantal stellingen over handhygiëne voor aan professor Andreas Voss, hoogleraar Infectiepreventie aan het Radboud Umc.
- “Als je vaak je handen wast word je minder snel ziek”: feit
“Je moet er wel het goede moment voor kiezen. Voor contact met de slijmvliezen (mond, neus, oog), voor het eten en het bereiden ervan en nadat de handen vies zijn geworden, bijvoorbeeld door een bezoek aan de wc. Een andere indicatie is na het hoesten en niezen, wat vooral ter bescherming van anderen is.” - “Handen wassen zonder zeep is even effectief als met zeep”: fabel
“Het gewone zeep heeft uit zichzelf geen effect op micro-organismen. Zeep helpt wel om stoffen makkelijker van de huid te lossen. Het fysieke effect van zeep kan worden versterkt door de wrijving te verhogen door bijvoorbeeld het toevoegen van zand. In een studie over Clostridium difficile was schoon zand het meest effectief, maar niet het meest praktisch.” - “Het gebruik van de blazer in een toilet om je handen te drogen is onhygiënisch”: feit en fabel
“De micro-organismen van de (slecht gewassen) handen en die aan het apparaat zitten worden ook in de directe omgeving geblazen. Als anderen met vieze handen aan de binnenkant van de blazer komen, zouden ook schone handen weer contamineren. Hoewel het dus theoretisch mogelijk is, hoeft het niet altijd het geval te zijn en is het zeker beter dan het hergebruiken van een handdoek.”
Lees hier het volledige artikel.