Fabrikanten geven middelen vrij voor onderzoek bij patiënten met ander type kanker. Farmaceuten gaan samenwerken met Nederlandse oncologen om nieuwe, experimentele kankermedicijnen sneller bij patiënten te kunnen testen. In ruil daarvoor houden de artsen bij hoe patiënten op de geneesmiddelen reageren, informatie die voor de industrie van groot commercieel belang kan zijn.
Twee grote farmaceuten stellen alvast vijf geneesmiddelen beschikbaar. Met zes andere bedrijven wordt nog onderhandeld, vertelt Emile Voest, medisch directeur van het Antoni van Leeuwenhoek Ziekenhuis. Nederlandse oncologen lopen met die samenwerking voorop. Ze trekken op met de Amerikaanse vereniging van oncologen (ASCO), die dit voorjaar met eenzelfde initiatief is begonnen. Onlangs hebben Canadese oncologen laten weten dat ze zich willen aansluiten.
De oncologen tackelen met hun onderzoek een probleem dat door de toestroom van nieuwe kankermedicatie almaar groter dreigt te worden. De geneesmiddelen die ze gaan bestuderen, pakken elk een specifieke dna-fout aan in tumorcellen. Zo’n fout kan zich overal in het lichaam voordoen, maar de nieuwe middelen zijn alleen getest en geregistreerd bij de vormen van kanker waar die dna-fout het meest voorkomt, bij eierstokkanker bijvoorbeeld of bij prostaatkanker. Voor andere kankerpatiënten, met diezelfde dna-fout in hun tumorcellen maar elders in het lichaam, zijn de medicijnen vaak niet beschikbaar terwijl ze er misschien wel baat bij hebben.
Lees hier het volledige artikel.