Register meldt indirecte betalingen aan artsen niet.
Artsen klussen veel meer bij voor de farmaceutische industrie dan het officiële register met betalingen laat zien. Een deel van de betalingen door de farmabedrijven wordt verhuld doordat ze via een tussenstation lopen, in de vorm van commerciële, gesponsorde nascholingsbureaus. Dat blijkt uit onderzoek van de Volkskrant op basis van nascholingsagenda’s en navraag bij artsen, commerciële bureaus en farmaceuten.
Het transparantieregister werd vier jaar geleden juist opgezet zodat patiënten kunnen zien hoeveel geld iedere arts van de farmaceutische industrie ontvangt. Het register moet zo inzicht bieden waar mogelijk sprake van beïnvloeding van artsen is. Maar nu blijkt dat lang niet alle betalingen worden doorgegeven.
Nascholingsbureaus organiseren jaarlijks tientallen cursussen waar artsen betaalde lezingen houden voor hun collega’s. De inschrijfkosten zijn vaak minimaal doordat farmaceuten de nascholingen stevig sponsoren. De betalingen kunnen oplopen tot tienduizenden euro’s per bijeenkomst, maar hoeven volgens de huidige regels niet te worden opgegeven. Omdat de artsen worden ingehuurd door de nascholingsbureaus, krijgen ze hun honorarium van die bureaus en niet van de farmaceutische industrie. Die vergoedingen staan niet in het register dat vier jaar geleden werd opgezet om de financiële relaties van de industrie met artsen te openbaren.
Volgens de regels van dat register hoeven die indirecte betalingen niet te worden gemeld. Farmaceuten moeten alleen de rechtstreekse financiële relaties met artsen doorgeven, zegt Frederik Schutte van het transparantieregister. ‘Als een commercieel bedrijf bijeenkomsten organiseert met geld van de industrie dan bepalen farmaceuten niet welke artsen dat bedrijf inhuurt. Er is dan geen rechtstreekse relatie.’
Lees hier het volledige artikel.