Hét Persoonlijk Gezondheidsdossier (PGD) is er nog niet, althans niet in de allesomvattende vorm. Maar duidelijk is wel dat patiënten er op zitten te wachten. Dat blijkt uit het boekje ‘Persoonlijk Gezondheidsdossier, verhalen uit de praktijk’, dat Patiëntenfederatie NPCF heeft uitgebracht. In het boekje staan ervaringen van patiënten en of hun familie met het PGD.
Zoals de ervaringen van Wilma Bos. Zij bezoekt voor haar ziekte specialisten in vier ziekenhuizen. Haar medische situatie ligt vast in een PGD. Ze zegt: “Zo kan ik zelf meer beschikken over mijn gezondheidsperikelen.”
Alles zelf bijhouden
En dat is waar het voor alle patiënten om draait. In een PGD kunnen ze zelf bijhouden hoe het gaat met hun ziekte. Wat helpt wel en wat helpt niet? Bijkomend voordeel: nooit meer tegen elke nieuwe zorgaanbieder je hele verhaal doen. Want dat verhaal heb je bij je. Op een usb-stick, of gewoon op je laptop of tablet.
“Zonder PGD raak je informatie kwijt”, verwoordt de moeder van Feija het in het boekje. Feija zit heel los in de gewrichten en heeft als gevolg daarvan met veel hulpverleners te maken. Maar niemand van hen heeft een totaalbeeld van Feija. En dus zegt moeder: “Daarom moet ik het overzicht houden en alle informatie bij elkaar brengen.” Helaas lukt dat nog lang niet altijd, omdat ze nog niet de toegang hebben tot alle medische dossiers van haar dochter. Moeder Feija kan niet wachten tot er een landelijk gedragen PGD komt.
Lees hier het volledige artikel.