Bij jonge patiënten met een herseninfarct ontstaat relatief vaak epilepsie. Als dat gebeurt, is er op de lange termijn een verhoogde kans op een verslechterd functioneren, melden onderzoekers uit het Radboudumc in Neurology. (2013; epub 30 oktober)
Renate Arntz en collega’s onderzochten bij jonge patiënten (18-50 jaar) de langetermijngevolgen van het optreden van epilepsie na een beroerte. Zij gebruikten hiervoor data van 537 patiënten die voor het eerst een herseninfarct, hersenbloeding of een TIA kregen. Deze patiënten werden na een mediane follow-upduur van 9,8 jaar onderzocht, waarbij er onder meer werd gevraagd naar het voorkomen van epilepsie. Tevens werd de mate van afhankelijkheid vastgesteld met behulp van de ‘Modified Rankin Scale’ (mRS) en de ‘Instrumental Activities of Daily Living’ (IADL). De auteurs gingen na of er een verband was tussen epilepsie en een slechte uitkomst op deze maten.
De groepen patiënten met TIA’s en hersenbloedingen waren te klein om harde conclusies te trekken over een verband tussen epilepsie en het functioneren. Bij de patiënten met ischemische beroerte was dit wel mogelijk. Van deze patiënten hadden 11 patiënten (27,5%) met epilepsie een slechte uitkomst op de mRS (score: < 2) vergeleken met 27 patiënten (9,8%) zonder epilepsie. Ditzelfde gold voor de IADL (score: < 8), met percentages van respectievelijk 27,8 en 12,6%. De relatief slechtere uitkomsten bij patiënten met epilepsie leidde echter niet tot een slechtere kwaliteit van leven in deze groep.
Informatie over de langetermijngevolgen van een beroerte is met name van belang voor jonge patiënten, stellen Arntz et al, omdat deze patiënten nog een relatief lang leven voor zich hebben. Zij raden daarom aan om op dit gebied verder onderzoek te doen, bijvoorbeeld naar de cognitieve gevolgen van epilepsie na een beroerte.
Bron: Nederlands tijdschrift voor Geneeskunde