De meest recente doorbraak in wetenschappelijk onderzoek met zogenoemde ‘embryomodellen’ leidde tot commotie voordat het gepubliceerd kon worden: nog nooit was het wetenschappers gelukt om geheel uit menselijke stamcellen structuren te kweken die het vroege menselijke embryo zo volledig nabootsen. Moeten we dan nog spreken over embryomodellen of is de wetenschap eigenlijk al zo ver dat we ze stamcel-afgeleide embryo’s moeten noemen?
Diversiteit in embryomodellen
Embryomodellen zijn driedimensionale groepjes stamcellen die zo gekweekt worden dat ze gaan lijken op vroege embryo’s in bepaalde ontwikkelingsstadia. In tegenstelling tot embryo’s die uit de bevruchting ontstaan en daardoor een genetisch unieke set genen hebben, komt er dus bij het maken van deze modellen geen ei- of zaadcel van pas en zijn ze genetisch gelijk aan de stamceldonor.
Er is veel diversiteit in de manier waarop afzonderlijke modellen gekweekt worden en de mate waarin ze zich wel en niet als embryo’s gedragen. Terwijl de meeste modellen maar op beperkte delen en celtypen van het vroege embryo lijken, kunnen sommige het gehele embryo – met alle celtypen op de correcte plek – nabootsen. Mede door deze diversiteit kunnen embryomodellen veelbelovende en innovatieve toepassingen in onderzoek naar ontwikkelingsbiologie, regeneratieve geneeskunde en de behandeling van erfelijke ziekten bieden. Tegelijkertijd worden modellen uit de laatste categorie steeds moeilijker te onderscheiden van embryo’s ontstaan uit de bevruchting. En dat betekent dat we steeds meer stuiten op de vraag of we ze wel of niet als embryo’s moeten behandelen.
Lees hier het volledige artikel.