Op 26 juni verscheen – betrekkelijk geruisloos – het advies van de Gezondheidsraad over langer doorwerken. Die stilte rond de publicatie had voor een deel te maken met de pech dat het CBS in de week ervoor rapporteerde over de actuele verandering van de daadwerkelijke pensioenleeftijd, en voor een deel met het misschien voor journalisten minder sexy karakter van het onderwerp ‘pensioen’.
Spijtig, vindt commissievoorzitter prof. Allard van der Beek, want het advies vertolkt een nieuw geluid over een kwestie die iedereen aangaat.
De boodschap van de Gezondheidsraad luidt: gezond langer doorwerken vraagt om maatwerk. Is dat een nieuw geluid?
De discussie over de pensioenleeftijd ging in het verleden uit van one size fits all: moeten we allemaal eerder of juist later met pensioen? Een tijdje ging het debat vervolgens over de vraag of zo’n algemene leeftijdsgrens ook moest gelden voor mensen met fysiek zware beroepen, een discussie die op dit moment in België volop gevoerd wordt. Het nieuwe in ons advies is dat wij zeggen: de gezondheid van de persoon zou diens pensioenleeftijd moeten bepalen, onafhankelijk van of diegene een zwaar beroep uitoefent of niet, en of hij of zij laag opgeleid is of niet.
We worden wel ouder, maar niet gezonder oud. Klopt dat?
De groep tussen 45 en 75 is niet zo geweldig veel gezonder dan een paar decennia geleden. De gemiddelde 80-jarige wel. De winst zit hem vooral in de periode na 75 jaar. Chronische aandoeningen komen bij 55-plussers veel voor. Dat zijn mensen die allemaal gewoon werken en nog een jaar of twaalf door moeten. Boven 55 wordt de diversiteit groot. Sommige 60-jarigen zijn fit, maar anderen kampen met meerdere aandoeningen. Denk aan iemand met diabetes, hoge bloeddruk én een versleten heup. Mensen met overgewicht hebben een verhoogde kans op hart- en vaatziekten en op problemen met de gewrichten. Ellende clustert zich vaak bij dezelfde mensen.
Lees hier het volledige artikel.