Patiënten met reumatoïde artritis moeten vaak langdurig kostbare medicijnen gebruiken. Een nieuw middel, dat langs genetische weg in het ontstoken gewricht wordt ingebouwd, kan mogelijk uitkomst bieden. “Na succesvolle dierproeven zullen in de eerste helft van 2016 de eerste klinische studies met patiënten beginnen”, zegt promovenda Caroline Aalbers.
De reumatologie heeft de afgelopen decennia een stormachtige ontwikkeling doorgemaakt. Waar er vroeger voor veel patiënten niet veel anders opzat dan pappen, nathouden en pijn lijden, zijn er tegenwoordig diverse medicijnen voorhanden die bij een groot deel van de patiënten de klachten wegnemen. “Toch is er nog altijd een groep die hardnekkige problemen houdt”, zegt promovenda en reumatoloog in opleiding Caroline Aalbers. “Vaak gaat het slechts om een paar gewrichten, terwijl andere gewrichten wel klachtenvrij te krijgen zijn.”
Wanneer iemand – doorgaans tussen de vijftig en vijfenzeventig jaar oud – reumatoïde artritis ontwikkelt, begint de reumatoloog met een relatief eenvoudig medicijn als methotrexaat. Slaat dat niet aan, dan is er tegenwoordig een grote groep biologicals op de markt waaruit gekozen kan worden. Vaak zijn dat zogeheten monoklonale antilichamen, die een specifieke ontstekingsfactor remmen. Het zijn extreem dure medicijnen die bovendien langdurig gegeven moeten worden en dan niet eens bij iedereen uitkomst bieden. Met dat probleem in het achterhoofd richtte AMC-hoogleraar Reumatologie Paul-Peter Tak in 2005 Arthrogen op, een bedrijf dat op zoek ging naar een compleet nieuwe therapie tegen reuma: een genetische.
Lees hier het volledige artikel.