In 2017 voelde 20% van de mensen in de Wmo zich zeer eenzaam. Bij mensen die daarnaast nog van een voorziening in de Participatiewet of de Jeugdwet gebruik maakten (multi-gebruikhuishoudens) was dat 22%.
Dit blijkt uit de derde SCP-rapportage over de ontwikkelingen in het sociaal domein.
Een ander zorgpunt is dat steeds minder mensen verwachten een beroep te kunnen doen op hun netwerk. Slechts 15% van de mensen in de Wmo verwacht hulp te krijgen. Ook denkt ongeveer 20% van de mensen die geen voorziening gebruiken dat zij bij problemen geen hulp kunnen krijgen van hun netwerk. De beleidsaanname dat mensen juist een groter beroep op hun netwerk kunnen doen, wordt door deze cijfers dus niet ondersteund.
De mate waarin men zich eenzaam voelt is tussen 2015 en 2017 toegenomen. Vooral oudere Wmo-gebruikers voelen zich eenzaam. Het aandeel 75-plussers dat huishoudelijke hulp ontvangt is met 24% gedaald. Ook daalde het aandeel dat gebruik maakt van ondersteuning thuis (met 5%) en het aandeel dat gebruik maakt van woon- en vervoersvoorzieningen (met 10%). Bij eenzaamheid gaat het vooral om het ontbreken van een intieme relatie of vertrouwenspersoon.
Lees hier het volledige artikel.