Taal- en spraakanalyse spoort aandoeningen op.
Of het nou komt door corona, klimaatverandering of prestatiedruk – onze jongeren ervaren meer en meer mentale problemen. Het is razend belangrijk om zulke problemen vroeg te herkennen, maar dat is lastig, omdat je mentale aandoeningen niet kunt vaststellen met een bloedtestje.
Een nieuwe ontwikkeling biedt hoop: computers worden steeds beter in het opsporen van aandoeningen op basis van automatische taalanalyses. Een persoon met bijvoorbeeld een depressie spreekt namelijk anders dan normaal, en computers kunnen dat snel detecteren. Hoe werkt dat precies, en hoe helpt het jongeren?
Emotionele lading
Janna de Boer is kinder- en jeugdpsychiater én taalwetenschapper. “Als psychiater is het gesprek met een patiënt je eerste onderzoeksmiddel. Je praat, vraagt naar klachten, je kijkt: wat voor indruk maakt iemand? Je gebruikt dus al veel informatie uit taal, dat is de belangrijkste bron om iemands denken te beoordelen. Door de gigantische ontwikkelingen van taalmodellen kunnen we die informatie steeds beter kwantificeren.”
“Over een depressie praat je automatisch in wat minder actieve en initiatiefrijke taal”. — Janna de Boer
Lees hier het volledige artikel.