Een sprintje trekken in je spraak

Aan de telefoon met een vriend spreek je meestal sneller dan tijdens een sollicitatiegesprek. Voor een efficiënte communicatie is het van groot belang dat we onze spreeksnelheid kunnen aanpassen.

Hoe we dat precies doen onderzocht Joe Rodd.

Iedereen kent wel iemand in zijn omgeving die opmerkelijk snel praat, of juist bijzonder langzaam. Maar iedereen is in staat om te variëren in zijn spreeksnelheid. Soms vraagt de omgeving om een lager spreektempo, zoals een luidruchtig café. Of we passen het tempo aan omwille van een gesprekspartner die slechthorend is of de taal nog aan het leren is.

Maar welke rol speelt spraaksnelheid wanneer onze hersenen zich voorbereiden op spraak? Voordat we een zin uitspreken selecteren we eerst de juiste woorden uit ons geheugen, en moet het systeem dat woorden ‘klaarzet’ om uitgesproken te worden, ook rekening houden met de spraaksnelheid. Kunnen we elke keer dat we sneller spreken wat gas bijgeven, of moeten we eerst de versnellingspook in een andere versnelling zetten? Dat onderzocht Joe Rodd als promovendus bij het Max Planck Instituut en de Radboud Universiteit.

Lees hier het volledige artikel.