Er moet één overkoepelende richtlijn komen voor de wijze waarop de dood wordt vastgesteld bij diverse vormen van postmortale orgaandonatie. Dat stelt de Gezondheidsraad in een advies aan minister Schippers van VWS. Op dit moment is er alleen een wettelijk vastgelegd protocol voor het vaststellen van hersendood, maar protocollen voor het vaststellen van de dood bij een hart- of circulaire stilstand ontbreken in de wet.
Toen in 1998 de Wet op orgaandonatie (Wod) tot stand kwam, werd daarin vastgelegd dat aan de hand van het Hersendoodprotocol moest worden vastgesteld of de potentiële donor hersendood was. Het gaat daarbij om verwachte overlijdens van in het ziekenhuis opgenomen patiënten die nog wel mechanisch beademd worden.
Inmiddels wordt bij ruim de helft van de postmortale donoren de dood vastgesteld op grond van circulatoire criteria: onomkeerbare stilstand van hart en bloedcirculatie. Voor een deel gaat het hierbij ook om verwachte overlijdens, waarbij de hersendood niet of niet spoedig zal intreden en de ondersteuning van vitale functies wordt gestaakt. Dit zou ook van toepassing kunnen zijn bij donatie na euthanasie in het ziekenhuis, maar dat wordt verder buiten beschouwing gelaten in dit rapport van de Gezondheidsraad.
Lees hier het volledige artikel.