Thomas Edison, uitvinder van de gloeilamp, was er heilig van overtuigd: een hazenslaapje maakt je creatiever. Wanneer hij een probleem niet opgelost kreeg, deed hij een licht dutje in zijn luie stoel met een ijzeren balletje in zijn hand. Zodra hij in zijn diepere slaap terechtkwam, viel de bal vanzelf uit zijn hand en schrok hij wakker van het geluid. De uitvinder zweerde bij het effect van zulke ‘powernaps’.
Uit onderzoek blijkt dat hij al die tijd gelijk had.
Edison wist het nog niet toen hij zijn dutjes nam, maar hij plukte de vruchten van een bijzonder moment in onze slaapcyclus. „Tussen wakker zijn, lichte slaap en diepe slaap zit een soort geleidelijke overgang, een schemertoestand. Die noemen we ook wel de hypnagoge toestand,” vertelt Sebastiaan Overeem, slaaponderzoeker aan de TU Eindhoven en Centrum voor Slaapgeneeskunde Kempenhaeghe. „Edison bleef in die fase omdat hij de bal in zijn hand nam. Wanneer je in diepere slaap komt, ontspannen je spieren zich compleet. Daardoor viel de bal uit zijn hand en schrok hij wakker. Daardoor zakte hij niet weg in diepe slaap.”
Hypnagoge toestand
Wanneer je tegen een probleem aanloopt en er maar niet uitkomt, kun je net als Edison zo’n ‘powernap’ doen. In die hypnagoge toestand vinden in ons brein namelijk allerlei processen plaats die creatief denken stimuleren. „Wij zijn in ons leven eerder tegen problemen aangelopen, en hebben die uiteindelijk opgelost. De ‘bouwstenen’ van die oplossingen worden in je hypnagoge fase uit je geheugen opgediept. Dat gaat onbewust, maar die ervaringen helpen je brein wel om een nieuw probleem beter aan te pakken.”
Lees hier het volledige artikel.