Onderzoek wijst uit dat aanpak voor DFNA9 kan werken.
Tot pakweg veertig jaar kunnen ze goed horen, maar dan ineens slaat bij mensen met DFNA9 de doofheid toe.
De cellen van het binnenoor kunnen de schade, ontstaan door een erfelijke fout in het DNA, niet langer ongedaan maken.
Onderzoekers van het Radboudumc hebben nu een genetische pleister ontwikkeld voor deze erfelijke doofheid, waarmee ze de problemen in de gehoorcellen kunnen opheffen. Verder onderzoek bij dier en mens is nodig om de genetische pleister als therapie naar de kliniek te brengen.
Erfelijke doofheid kan zich op verschillende manieren uiten. Vaak zorgt de erfelijke fout (mutatie) meteen vanaf de geboorte voor doofheid. Soms, zoals bij DFNA9, word je pas doof na veertig, vijftig, zestig jaar. Dat heeft alles te maken met de manier waarop DFNA9 in elkaar zit. Ieder mens krijgt de helft van zijn genen van zijn vader en moeder en heeft zowel een DFNA9 gen van zijn vader als moeder. Heb je twee gezonde kopieën van het DFNA9 gen, dan is er niets aan de hand. Krijg je van vader óf moeder een gemuteerde kopie van het gen, dan ontstaat later in het leven de doofheid.
Lees hier het volledige artikel.