De bedrijfsarts moet meer dan nu als een onafhankelijke arbeidsgeneeskundige expert optreden. Verzuimbegeleiding en preventie zouden daarbij hand in hand moeten gaan. Dat vindt Betsy van Oortmarssen, die vandaag aan de Universiteit Utrecht promoveert op onderzoek naar langdurig ziekteverzuim. Ze stelt dat daags nadat Ferdinand Grapperhaus, voorzitter van de commissie Arbeidsomstandigheden van de Sociaal-Economische Raad (SER), tijdens de Bedrijfsgeneeskundige Dagen een toekomstscenario voor de bedrijfsgeneeskundige zorg presenteerde dat hetzelfde oogmerk heeft.
In haar kwalitatieve, casuïstische studie concludeert Betsy van Oortmarssen dat de meeste werknemers na negen maanden zijn teruggekeerd op hun werk. ‘Eind goed al goed, zou je zeggen, maar in alle casussen die ik bestudeerde, was de gezondheid en inzetbaarheid van de werknemers niet stabiel’, aldus Van Oortmarssen. ‘Na enige tijd meldt menigeen zich opnieuw ziek, maar helaas is de bedrijfsarts dan al weer van het toneel verdwenen. De bedrijfsarts zou de vinger aan de pols moeten houden. Ook in preventieve zin, want in de meeste gevallen bleek dat de eerste ziekmelding vooraf was gegaan door een langere periode van toenemende gezondheidsproblemen. In geen van de onderzochte situaties kwam iemand echter op het idee de bedrijfsarts te bellen.’
Lees hier het volledige artikel.