In de nacht van zaterdag op zondag is het weer zover: de klok gaat een uurtje terug en gaat de wintertijd weer in. Voor de een is dat uurtje extra mooi meegenomen en is er verder weinig aan de hand, voor de ander ligt zijn of haar ritme helemaal overhoop. Vooral langslapers zouden er last van hebben.
Gezondheidsplein legt uit hoe dit zit.
De wintertijd kan je biologische ritme flink verstoren. Met wat discipline kun je zo’n ritme definitief verschuiven. Volgens slaapdeskundige Caroline Kluft gaat 90 procent van de Nederlanders om 23.00 uur naar bed en staan om 7.00 uur weer op. Dit zijn tevens sociaal wenselijke tijdstippen, omdat de meeste mensen nou eenmaal van negen tot vijf werken. Ook als ze – onder de huidige corona-omstandigheden – thuiswerken.
Zo’n ritme kan vervelend zijn voor avondmensen, maar dat hoeft niet. Een avondmens heeft een ritme dat twee uur later ligt. Die gaat dus gemiddeld rond één uur ’s nachts naar bed. Als je dan om negen uur weer op je werk moet zijn of in ieder geval achter je laptop moet zitten, kom je er bekaaid af. Met koffie komt zo iemand meestal wel de week door. En met uitslapen in het weekend kunnen sommigen het slaapgebrek prima compenseren. Anderen gebruiken slaapmiddelen om toch op tijd naar bed te kunnen.
Lees hier het volledige artikel.