In 2001 bracht de gezondheidsraad een advies uit over desinfecterende stoffen in consumentenproducten, zoals handzeep en schoonmaakmiddelen. De raad bepleitte destijds terughoudendheid bij het op de markt brengen en het gebruik van dergelijke producten. Argumenten daarvoor waren onder andere de niet bewezen meerwaarde ten opzichte van ‘gewone’ reiniging zonder desinfecterende stoffen, de milieubelasting door die stoffen en de bevordering van resistentie, wellicht niet alleen tegen desinfecterende stoffen zelf, maar mogelijk ook tegen antibiotica. Die laatste zijn van cruciaal belang voor de bestrijding van infectieziekten bij mens en dier. Nederland voerde daarom tot voor kort een restrictief toelatingsbeleid voor consumentenproducten met desinfecterende stoffen. Nieuwe EU-wetgeving maakt dat echter een stuk moeilijker. Derhalve hebben de bewindspersonen van VWS en IenM de Gezondheidsraad nu gevraagd of de argumenten uit 2001 nog onverkort gelden in het licht van de huidige stand van de wetenschap. Hun belangstelling gaat vooral uit naar de resistentieproblematiek.
Lees hier het volledige artikel.