Een depressie hangt samen met verkleining van een specifiek gebied in de hersenen: de hippocampus. Een grootschalige studie – geleid door onderzoekers van VUmc/GGZ inGeest samen met onderzoekers van University of Southern California (VS) – naar hersenscans van bijna 9.000 deelnemers heeft dat aangetoond. De onderzoeksresultaten zijn op 2 juli gepubliceerd in het tijdschrift Molecular Psychiatry .
Wetenschappers van over de hele wereld werkten samen aan dit onderzoek. Ze voegden vijftien onderzoekssamples samen om de structuur van diepe hersenkernen van 1.728 mensen met een depressie te vergelijken met die van 7.199 zonder een depressie.
Terugkerende depressie
De hippocampus is betrokken bij geheugen en leren en is het meest bekend door zijn betrokkenheid bij ouderdomsziekten als dementie. Deze studie – de grootste tot op heden uitgevoerd – bevestigt dat bij mensen met een depressie de hippocampus in hogere mate verschrompelt vergeleken met mensen zonder een depressie. De meest opvallende bevinding uit de studie is dat deze verschrompeling van de hippocampus vooral aanwezig is bij mensen die meerdere depressieve episodes hebben meegemaakt. Bij mensen die voor het eerst in hun leven een depressie ervaren, is dit niet te zien. Dit resultaat benadrukt de noodzaak voor effectieve en snelle behandeling van depressie, aangezien chronische depressiviteit of terugkerende depressie schadelijk is voor het brein. Langdurige stress kan ertoe leiden dat cellen in de hippocampus beschadigd raken en sneller verouderen. Dit zou kunnen verklaren waarom mensen met een depressie ook sneller ouderdomsziekten krijgen, zoals hart- en vaatziekten en dementie.
Lees hier het volledige artikel.