Debat rond de vraag of ADHD een hersenstoornis is, wordt feller

Haar conclusie dat ADHD een hersenstoornis is, kwam haar op een storm van kritiek te staan. Maar de Nijmeegse onderzoekster Martine Hoogman houdt haar bevindingen staande. Zo ook het vakblad waarin ze die publiceerde.

Ondanks aanhoudende kritiek houdt Hoogman, hoofdonderzoeker van de spraakmakende ADHD-studie van begin dit jaar, haar rug recht. Er zou volgens critici veel schorten aan haar bevinding dat het hersenvolume van kinderen met ADHD gemiddeld iets kleiner uitvalt. Het gevonden effect zou niet noemenswaardig zijn en daarmee onnodig stigmatiserend.

Op het populaire Amerikaanse blog ’Mad in America’ is nu een petitie gestart om de studie te laten terugtrekken. Hoogman noemt de kritiek makkelijk te weerleggen.

Lastige discussie
Hoofdredacteur Niall Boyce van The Lancet Psychiatry, het vakblad dat de bevindingen van Hoogman en haar collega’s in februari publiceerde, laat per mail weten dat van terugtrekking geen sprake is. ”Binnenkort publiceren we enkele kritische brieven online, met daarbij het commentaar van Hoogman daarop”, zo schrijft hij.

Er was wereldwijd bijna geen krant die twee maanden terug níet schreef over de ADHD-studie van het Radboudumc. Daarin werden hersenscans van meer dan drieduizend mensen met en zonder de aandoening naast elkaar gelegd. De kritiek: de verschillen zouden zo klein zijn dat je bijna net zo goed een muntje kunt opgooien om op basis van een hersenscan te bepalen of iemand ADHD heeft. Veel mensen met de aandachtsstoornis hebben zelfs een grótere herseninhoud.

Lees hier het volledige artikel.