De ziekte van Behçet is vernoemd naar de Turkse huidarts Hulusi Behçet, die de aandoening in 1937 ontdekte bij enkele van zijn patiënten. Het is geen toeval dat juist een Turkse arts de ziekte heeft ontdekt, omdat Turkije het land is waar deze zeldzame aandoening het meest voorkomt.
In dit land lijden 20 tot 420 per 100.000 mensen aan de ziekte. Als je dit vergelijkt met Noord-Europese landen zoals België en Nederland, waar slechts 2 op de 100.000 mensen de ziekte hebben, is dit een groot verschil. Andere landen waar de ziekte relatief veel voorkomt, zijn de landen van de oude zijderoute, zoals het Midden-Oosten, Iran, China, Japan en Korea. Daarom wordt de ziekte van Behçet ook wel de ‘zijderoute ziekte’ genoemd.
Wat is de ziekte van Behçet?
De ziekte van Behçet is een chronische aandoening waarbij ontstekingen aan bloedvaatjes optreden in verschillende organen van het lichaam. Periodes van klachten worden hierbij afgewisseld door klachtenvrije periodes. De ziekte komt even vaak voor bij mannen en vrouwen en de eerste klachten treden meestal op als patiënten tussen de 20 en 40 jaar oud zijn. In veel gevallen zijn de klachten de eerste 5 jaar het ergst, waarna de symptomen verminderen of zelfs verdwijnen. De ziekte kan echter ernstige gevolgen hebben, en in 5 tot 10 % van de gevallen is er zelfs een dodelijke afloop. Dit betreft voornamelijk jongere en mannelijke patiënten.
Lees hier het volledige artikel.