De weg van ziekenhuisverpleegkundige naar ZZPer.

De belevenissen van een nieuwe ZZPer, was mijn oorspronkelijke titel. Tenminste, mijn doel is om jullie daar wat over te vertellen want ik ben momenteel werkzaam als ZZPer  Maar ik kan toch niet nalaten om iets over de voorgaande jaren te vertellen dus ik vrees dat de redactie er óf meerdere episodes van gaat maken óf erg gaat knippen in mijn verhaal.
In 1981 begon ik aan mijn opleiding verpleegkunde, we zijn inmiddels  zo’n dertig jaar verder!
Ik ben redelijk honkvast geweest na mijn diplomering. Eerst 6 jaar op reumatologie/interne geneeskunde van het Sint Fransiscus  Gasthuis te Rotterdam. Wat waren dat andere tijden dan de laatste 9 jaar waarin ik ook weer op reumatologie belandde maar dan in het Rijnstate ziekenhuis in Arnhem.

In 1985 stonden de gangen van de reuma-afdeling vol met rolstoelen, veelal elektrisch. Aan ons de eer om deze bakbeesten naar de gang te rijden waar we natuurlijk heel wat onnodige meters aflegden.
Grote lol  had ik altijd wanneer een patiënt langsreed op stand 2, om dan in een handomdraai de snelheid naar 6 te draaien. (bloos) Natuurlijk alleen bij hen die tegen een grapje konden, maar dat kunnen de meeste reumapatiënten wel, want gevoel voor humor hoort geloof ik bij het chronisch ziek zijn.

Bijna alle reumapatiënten hadden gewrichtsschade. Wat een andere tijden! Tegenwoordig maken we onderscheid tussen ‘een echte oude reumapatiënt’ en een gewone reumapatiënt die, dankzij de andere kijk op behandelen en de nieuwe generatie medicijnen, soms bijna vergeet dat hij/zij ziek is.
De handigheidjes die je je allemaal aanleert als verpleegkundige, een stevige hand geven zonder knijpen, kleding aantrekken zonder aan nek, schouders of polsen te trekken, nekkragen omdoen, goudinjecties geven en zelfs een cirkelbed bedienen.
En je leerde iedereen zo goed kennen omdat ‘de oude reumapatiënt’ frequent in het ziekenhuis lag.
De laatste jaren heb ik weer een grote groep van jullie beter leren kennen dankzij de reumadagbehandeling waar ‘biologicals’ per infuus worden toegediend op A6V3 van ziekenhuis Rijnstate. Voor heel veel mensen een groot succes, en voor velen een weerkerend drama vanwege het prikken van het infuus.
Zo komen we op een ander ding wat ik me eigen heb gemaakt. Want van ’92 tot ’98 heb ik bij kankerpatiënten gewerkt waar ook veel behandelingen via een infuus worden gegeven.! Wat een verwoestende uitwerking op de aderen konden sommige medicamenten hebben, en wat een vrees ontstond er voor het moment van prikken. Wat een opluchting wanneer iemand buitengewoon goed kon prikken! Aan het eind van mijn periode daar ging de verpleging zelf infusen leren prikken omdat er teveel druk op de arts kwam te liggen. We mochten allemaal naar de OK waar de toen beroemde Bep ons liet zien hoe zij het deed, en waar we op operatiepatiënten één keer mochten prikken.

Dat viel me toch tegen zeg. Ik kon al goed bloedprikken, maar een infuus was heel wat anders en veel moeilijker. Toch ben ik daar in de loop der jaren steeds beter in geworden en op den duur ook les in gaan geven in het Leerhuis van ziekenhuis Rijnstate.
Inmiddels was Bep met pensioen maar waren er op de OK andere gedreven verpleegkundigen opgekomen met Marianne Wekker voorop. Zij kregen uiteindelijk toestemming een IV-team op te richten waardoor er op werkdagen een aantal goede prikkers oproepbaar waren die met hun infuuskarretje rond gingen om infusen te prikken bij patiënten waar dit op de afdeling niet lukte of bij wie het bij voorbaat al heel moeilijk was. Dat was voor onze reumapatiënten een opluchting. Maar een aantal verpleegkundigen  op A6 waren inmiddels ook zeer bedreven geraakt, waardoor het IV-team voor ons minder vaak nodig was.

O nee, ik heb al zoveel geschreven en ben nog lang niet aangeland bij het heden. Misschien kan ik beter in het nu verdergaan.
Want sinds 1 januari 2012 heb ik een jaar onbetaald verlof gekregen, om te ervaren of het ZZP-bestaan iets voor mij is. Ik had al een half jaar freelance gewerkt naast mijn ZZP-bestaan maar nu was het dan toch echt.
Bij thuiszorg Groot Gelre waren ze een verpleegkundig team  van ZZPers gestart ter ondersteuning van het reguliere thuiszorgteam. Met een ochtenddienst van 3 uur, of een avonddienst van 3 uur zijn we begonnen met een team van ongeveer 9 personen. Dat was mijn eerste structurele werk, zo’n 8 keer per maand.   Dat had ik al voor 1 januari lopen.

Via dit team heb ik inmiddels heel veel wondzorg gedaan, en ik merkte dat ik dat leuk vind en dat ik er ook wel goed in ben. Zachte heelmeesters maken stinkende wonden. Daar geloof ik zeker in. Je merkt dat wanneer een wond halfslachtig gereinigd wordt,  de genezing niet goed vordert.
Half 2011 heb ik geadverteerd in de Per Saldo hulpgids voor PGB-cliënten. Door mijn zeer persoonlijke stijl reageerden vooral mensen uit het westen van het land. Zelfs Utrecht vond ik al te veel, want ik had een vage droom om in mijn eigen wijk en/of regio de wijkzuster te worden.
Gelukkig reageerde ook iemand op mijn advertentie, die mij wekelijks een aantal uren werk kon geven in Wageningen, wat maar 10 minuten met de auto is voor mij, en bovendien kon ik daar ook wat verpleegtechnische vaardigheden bijhouden, zoals de blaas katheteriseren.
Via bemiddelingsbureau Quick in Doetinchem heb ik mijn eerste ‘ambulant nachtdienst’ gedraaid. Dat leek mij toch spannend! Allerlei mensen die ’s nachts een klein zorgmoment  nodig hadden, of twee, en daardoor in hun eigen huis konden blijven wonen.
Soms op een stille dijk in het pikdonker naar een voordeur zoeken, een sleutelkastje, de code intikken, leesbril en zaklantaarn erbij. Binnen gekomen het dossier zoeken en ook de plaats waar de cliënt slaapt. Want dat kan erg verschillen. Veel mensen hebben een bed in de woonkamer, of gewoon in de slaapkamer, maar er ligt ook wel eens iemand in de badkamer.
De één moet je wekken en naar de wc helpen, een ander alleen omdraaien, of alleen even controleren of alles goed is. Dit soort werk heb ik nu van Zwolle tot Harderwijk, van Barneveld tot Wageningen gedaan, en binnenkort ga ik ook voor STMR dit soort werk doen, in de Betuwe.
Ziekenhuisverpleegsters beheersen erg veel technische vaardigheden, zoals infuzen, sondes en katheters inbrengen. Dat komt in de thuissituatie veel minder frequent voor dus hebben ze in de thuiszorg ook minder mensen die al die vaardigheden beheersen. Natuurlijk wil ik mijn bekwaamheid niet kwijtraken, dus als ik de keuze heb tussen nachtzorg of een route als verpleegkundige, kies ik voor het laatste.
Ook heb ik met de thuiszorgorganisaties STMR en STMG contact gelegd om mee te draaien in hun technische teams. Want niemand hoeft tegenwoordig meer 6 weken in het ziekenhuis antibiotica via het infuus te krijgen, dat kan allemaal thuis.

Er deed zich een groot misverstand voor: Ik vond een bedrijf wat infuus-thuiszorg leverde en ook biologicals. Ik dacht dat ze dus ook Remicade enzo via het infuus toedienden thuis. Het  conctact wat ik met het hoofd van de verpleegkundigen had, bleek één grote spraakverwarring.  Inmiddels had ik al iemand met reuma enthousiast gemaakt voor het idee, die besprak het met zijn reumatoloog, die zag er ook wel voordelen in en zou eens kijken of dit inderdaad mogelijk was.
Nu blijkt dit allemaal toch nog niet mogelijk, en moet de inspectie het eerst goed vinden en de verzekeraars. Maar wie weet gaat dit ooit toch nog lukken en zie ik sommigen van jullie ooit in de thuissituatie terug. Want jullie zijn toch wel mijn favoriete patiëntengroep!
Ik merk dat ik het leuk vind bij iemand thuis te komen, maar als je een vaste cliënt hebt, wordt het soms wel heel moeilijk om werk en privé te scheiden. Je leert iemand van zo dichtbij kennen, en week in, week uit kom je daar over de vloer. Je weet de weg, je werkt heel efficiënt, maar het is moeilijker om iemand uit je gedachten te zetten als je de deur achter je dicht hebt getrokken.

In september moet ik besluiten of ik terug ga naar mijn afdeling A6V3 of dat ik zelfstandig blijf werken. Aangezien ik soms onrustig slaap, en droom van offertes, facturen en kilometerregistraties, kom ik gelijk bij een minpunt in het ZZP-bestaan.  Je moet ontzettend veel zelf regelen en uitzoeken en de administratie is een wekelijks weerkerende taak. Als ik daar tegen die tijd wat rust in gevonden heb, blijf ik wel ZZPer, denk ik.
Mocht iemand van jullie willen reageren op mijn verhaal, dan zou ik dat heel leuk vinden. Dit kan via de redactie of naar mailadres  topzorglabots@yahoo.com .
En wie weet  zien we elkaar in de thuiszorg of ziet u mij hier nog eens terug in een vervolgverslag. Want ik ben nog lang niet uitverteld.

Dat was voor onze reumapatiënten een opluchting. Maar een aantal verpleegkundigen  op A6 waren inmiddels ook zeer bedreven geraakt, waardoor het IV-team voor ons minder vaak nodig was.
O nee, ik heb al zoveel geschreven en ben nog lang niet aangeland bij het heden. Misschien kan ik beter in het nu verdergaan.
Want sinds 1 januari 2012 heb ik een jaar onbetaald verlof gekregen, om te ervaren of het ZZP-bestaan iets voor mij is. Ik had al een half jaar freelance gewerkt naast mijn ZZP-bestaan maar nu was het dan toch echt.

Bij thuiszorg Groot Gelre waren ze een verpleegkundig team  van ZZPers gestart ter ondersteuning van het reguliere thuiszorgteam. Met een ochtenddienst van 3 uur, of een avonddienst van 3 uur zijn we begonnen met een team van ongeveer 9 personen. Dat was mijn eerste structurele werk, zo’n 8 keer per maand.   Dat had ik al voor 1 januari lopen.
Via dit team heb ik inmiddels heel veel wondzorg gedaan, en ik merkte dat ik dat leuk vind en dat ik er ook wel goed in ben. Zachte heelmeesters maken stinkende wonden. Daar geloof ik zeker in. Je merkt dat wanneer een wond halfslachtig gereinigd wordt,  de genezing niet goed vordert.
Half 2011 heb ik geadverteerd in de Per Saldo hulpgids voor PGB-cliënten. Door mijn zeer persoonlijke stijl reageerden vooral mensen uit het westen van het land. Zelfs Utrecht vond ik al te veel, want ik had een vage droom om in mijn eigen wijk en/of regio de wijkzuster te worden.
Gelukkig reageerde ook iemand op mijn advertentie, die mij wekelijks een aantal uren werk kon geven in Wageningen, wat maar 10 minuten met de auto is voor mij, en bovendien kon ik daar ook wat verpleegtechnische vaardigheden bijhouden, zoals de blaas katheteriseren.
Via bemiddelingsbureau Quick in Doetinchem heb ik mijn eerste ‘ambulant nachtdienst’ gedraaid. Dat leek mij toch spannend! Allerlei mensen die ’s nachts een klein zorgmoment  nodig hadden, of twee, en daardoor in hun eigen huis konden blijven wonen.
Soms op een stille dijk in het pikdonker naar een voordeur zoeken, een sleutelkastje, de code intikken, leesbril en zaklantaarn erbij. Binnen gekomen het dossier zoeken en ook de plaats waar de cliënt slaapt. Want dat kan erg verschillen. Veel mensen hebben een bed in de woonkamer, of gewoon in de slaapkamer, maar er ligt ook wel eens iemand in de badkamer.

De één moet je wekken en naar de wc helpen, een ander alleen omdraaien, of alleen even controleren of alles goed is. Dit soort werk heb ik nu van Zwolle tot Harderwijk, van Barneveld tot Wageningen gedaan, en binnenkort ga ik ook voor STMR dit soort werk doen, in de Betuwe.
Ziekenhuisverpleegsters beheersen erg veel technische vaardigheden, zoals infuzen, sondes en katheters inbrengen. Dat komt in de thuissituatie veel minder frequent voor dus hebben ze in de thuiszorg ook minder mensen die al die vaardigheden beheersen. Natuurlijk wil ik mijn bekwaamheid niet kwijtraken, dus als ik de keuze heb tussen nachtzorg of een route als verpleegkundige, kies ik voor het laatste.
Ook heb ik met de thuiszorgorganisaties STMR en STMG contact gelegd om mee te draaien in hun technische teams. Want niemand hoeft tegenwoordig meer 6 weken in het ziekenhuis antibiotica via het infuus te krijgen, dat kan allemaal thuis.

Er deed zich een groot misverstand voor: Ik vond een bedrijf wat infuus-thuiszorg leverde en ook biologicals. Ik dacht dat ze dus ook Remicade enzo via het infuus toedienden thuis. Het  conctact wat ik met het hoofd van de verpleegkundigen had, bleek één grote spraakverwarring.  Inmiddels had ik al iemand met reuma enthousiast gemaakt voor het idee, die besprak het met zijn reumatoloog, die zag er ook wel voordelen in en zou eens kijken of dit inderdaad mogelijk was.
Nu blijkt dit allemaal toch nog niet mogelijk, en moet de inspectie het eerst goed vinden en de verzekeraars. Maar wie weet gaat dit ooit toch nog lukken en zie ik sommigen van jullie ooit in de thuissituatie terug. Want jullie zijn toch wel mijn favoriete patiëntengroep!
Ik merk dat ik het leuk vind bij iemand thuis te komen, maar als je een vaste cliënt hebt, wordt het soms wel heel moeilijk om werk en privé te scheiden. Je leert iemand van zo dichtbij kennen, en week in, week uit kom je daar over de vloer. Je weet de weg, je werkt heel efficiënt, maar het is moeilijker om iemand uit je gedachten te zetten als je de deur achter je dicht hebt getrokken.

In september moet ik besluiten of ik terug ga naar mijn afdeling A6V3 of dat ik zelfstandig blijf werken. Aangezien ik soms onrustig slaap, en droom van offertes, facturen en kilometerregistraties, kom ik gelijk bij een minpunt in het ZZP-bestaan.  Je moet ontzettend veel zelf regelen en uitzoeken en de administratie is een wekelijks weerkerende taak. Als ik daar tegen die tijd wat rust in gevonden heb, blijf ik wel ZZPer, denk ik.
Mocht iemand van jullie willen reageren op mijn verhaal, dan zou ik dat heel leuk vinden. Dit kan via de redactie of naar mailadres topzorglabots@yahoo.com .
En wie weet  zien we elkaar in de thuiszorg of ziet u mij hier nog eens terug in een vervolgverslag. Want ik ben nog lang niet uitverteld.
Eveline Labots