Het Europese project CANDY gaat het biologisch verband tussen ontwikkelingsstoornissen en ‘bijkomende’ aandoeningen zoals epilepsie en afweerstoornissen onderzoeken.
Het project, dat zes miljoen heeft ontvangen van de EU en wordt gecoördineerd door het Radboudumc, moet met nieuw verkregen kennis het monitoren en behandelen van deze aandoeningen gaan verbeteren.
Vijftig tot zeventig miljoen Europeanen hebben een ontwikkelingsstoornis, zoals autisme (ASD), ADHD, een verstandelijke beperking, of een bewegings- of taalproblemen. Soms hebben mensen meerdere ontwikkelingsstoornissen of ermee samenhangende somatische aandoeningen, zoals maag-darmproblemen, een afweer die niet goed werkt, problemen met zien of horen of epilepsie; iets wat veel voorkomt. Deze ‘bijkomende’ aandoeningen (co-morbiditeit) perken de levensverwachting en de kwaliteit van deze patiënten nog verder in. Waarom sommige mensen deze bijkomende aandoeningen ontwikkelen en andere niet, is niet helemaal duidelijk.
Enkele algemene signaalroutes
Het Europese project CANDY (Comorbid Analysis of Neurodevelopmental Disorders and epilepsY) wil daar verandering in brengen. Recente inzichten in de onderliggende mechanismen van ontwikkelingsstoornissen maken nu een doorbraak mogelijk. Er is namelijk overtuigend bewijs dat veel zeldzame genetische variaties die de kans op autisme, ADHD en verstandelijke beperkingen vergroten, invloed hebben op enkele algemene signaalroutes. Signaalroutes zijn biologische communicatiekanalen waarin moleculen in een cel of op het celoppervlak samenwerken om zo de functie van een cel te regelen. Daarnaast spelen verstoringen in het afweersysteem spelen waarschijnlijk ook een belangrijke rol.
Lees hier het volledige artikel.