Een afwijking in de aanhechting van de hartklep tussen de linkerboezem en linkerkamer is helemaal niet abnormaal. Mensen met deze afwijking hebben niet meer kans op een plotselinge hartstilstand. Het is zelfs maar de vraag of het strikt genomen een afwijking is.
Dat blijkt uit onderzoek van het Radboudumc en de Londense Queen Mary Universiteit gepubliceerd in JACC: Cardiovascular Imaging (Dasa Zugwitz e.a.). Onderzoeksleider was Robin Nijveldt, hoogleraar cardiovasculaire beeldvorming in het Radboudumc. Met zijn team onderzocht hij meer dan 2600 MRI-scans van het hart die zijn opgeslagen in de UK Biobank, een databank met gegevens van de Britse bevolking. Zijn conclusie: ‘We moeten als cardiologen beter leren wat normaal is en wat niet, en niet elk hobbeltje ziek noemen.’
Een ruimte
Wat vonden de onderzoekers? De mitralisklep zit in een ring die vastzit tussen de linkerboezem en linkerkamer van het hart. Nijveldt: ‘Dat sluit eigenlijk altijd mooi aan, dachten we, maar door toepassing van betere beeldvormende technieken zoals CT en MRI is de laatste jaren opgevallen dat er een ruimte kan zitten tussen het spiergedeelte en de mitralisklep zelf: de annulusdisjunctie. Nu wordt deze disjunctie inferolateraal van het hart in combinatie met een mitraalklepprolaps in verband gebracht met het vóórkomen van een plotse hartdood. Wat de betekenis van de annulusdisjunctie is, was onbekend en rechtvaardigt daarom nader onderzoek. Maar vervolgens is ten onrechte aangenomen dat overal waar zo’n ruimte zit mensen een verhoogd risico hebben op plotse hartdood.’
Lees hier het volledige artikel.