De griepprik van het griepseizoen 2015-16 blijkt voor ongeveer 46% effectief te zijn voor de griepvirussen die dit seizoen in Europa het meeste voorkomen. De virussen die nu bij patiënten in Nederland met griepachtige klachten worden aangetoond komen goed overeen met de virussen in het vaccin. Dit blijkt uit tussentijdse onderzoeksresultaten naar vaccineffectiviteit van het RIVM en het NIVEL in samenwerking met Europese partnerinstituten.
Het RIVM heeft gegevens aangeleverd van patiënten die bij de huisarts zijn geweest met griepachtige klachten; vergelijkbaar met hoe instituten in andere Europese landen dit hebben gedaan. Bij deze patiënten is onderzocht of de infectie werd veroorzaakt door het griepvirus, ook wel influenzavirus genoemd. In de analyse wordt de vaccinatiegraad bij patiënten die geen infectie met een griepvirus bleken te hebben vergeleken met de vaccinatiegraad bij patiënten die wel een infectie hebben met het griepvirus. Uit die analyse blijkt dat de vaccineffectiviteit in Europa tot nu toe 46% was tegen de meest aangetoonde influenzavirussen.
De precisie van de schattingen is echter nog laag. Ook geeft deze schatting geen informatie over effectiviteit van vaccinatie om complicaties of sterfte te voorkómen. Omdat het griepseizoen nog gaande is, konden er maar een beperkt aantal patiënten meegenomen worden in het onderzoek. Aan het einde van het seizoen zullen de analyses opnieuw worden uitgevoerd en kunnen de schattingen nog veranderen.
Lees hier het volledige artikel.