De eerste CRISPR-Cas-baby

Een moet de eerste zijn, maar wanneer is het veilig?
Bij medische innovaties horen eerste patiënten. Dat ging vroeger wel een stukje makkelijker dan nu. Wanneer is het voor de wetenschap veilig genoeg om embryo-DNA aan te passen?

Wereldnieuws was het in 1978. In een klein ziekenhuis in het Engelse Oldham werd op 25 juli Louise Joy Brown geboren, ’s werelds eerste ivf-baby. In dikke chocoladeletters kopte de Britse krant The Evening News: ‘Meet Louise, the first testtube arrival: SUPERBABE’. Een paginavullende zwart-wit foto van een klein meisje dat met grote donkere ogen nieuwsgierig de wereld inkijkt, leverde het bewijs. Het fotobijschrift: ‘Wide-eyed Louise, 18 uur nadat ze is geboren. Vandaag gaat het goed met haar.”

Spelen voor God
De wereld hield haar hart vast, toen bleek dat een vrouw succesvol zwanger was geworden van een reageerbuisbaby. Een storm van kritiek barstte los. Het was ‘spelen voor God’, zo klonk het uit religieuze hoek, en ook een aantal Amerikaanse wetenschappers waren ervan overtuigd dat er ‘monsters’ geboren zouden worden. De twee pioniers die ‘het wonder’ tot stand hadden gebracht, gynaecoloog Patrick Steptoe en fysioloog Robert Edwards, waren ‘charlatans’. Zelf zegt de inmiddels overleden Edwards hierover in een interview in 2007: “Het was een verdomd groot gevecht. Maar toen ik vocht, vocht ik niet voor mezelf, maar voor mijn patiënten.” En ook zegt hij: “Ik denk dat ik geluk heb gehad – op het juiste moment op de juiste plaats.”

Lees hier het volledige artikel.

 

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.