Jouw darmen geven onderdak aan zo’n tien tot honderd biljoen individuele bacteriën. Die darmbewoners spelen niet alleen een rol in je spijsvertering, maar hebben ook invloed op het functioneren van je brein. Hoe kan het dat die piepkleine bacteriën vanuit de darmen de hersenen beïnvloeden? En hoe groot is die invloed?
Heb jij vlinders in je buik, ben je misselijk van angst of ligt er van de zorgen een knoop in je maag? Het lijkt wel alsof de emoties in je hoofd verbonden zijn met je spijsverteringsstelsel. En dat is ook zo: je darmen en je brein staan met elkaar in verbinding en voeren een gesprek. Je hersenen sturen signalen naar je darmen, maar je darmen sturen ook signalen naar je hersenen.
De bacteriën die in je darmen leven doen mee aan deze conversatie. Via allerlei routes kunnen zij invloed hebben op je humeur, je gedachten en je gezondheid. Daarnaast lijken zij een rol te spelen bij een aantal ziektes, waaronder diabetes, depressie, autisme en Alzheimer. Daarom zijn onderzoekers uit allerlei verschillende velden – de psychologie, microbiologie, neurowetenschappen en maag-lever-darmgeneeskunde – geïnteresseerd geraakt in de dialoog tussen brein en darmbacteriën.
Hersenontwikkeling
Als er iets misgaat in de communicatie tussen de darmen en de hersenen kan dat leiden tot ziektes. Dat idee is niet nieuw. “Al ver terug in de geschiedenis gaven clinici de darmen de schuld voor hersenziektes en hersenaandoeningen”, vertelt Dr. Sahar El Aidy, microbioloog aan de Rijksuniversiteit Groningen. Zij onderzoekt wat darmbacteriën precies produceren aan signaalstoffen en afbraakproducten, en hoe die onze gezondheid beïnvloeden.
Lees hier het volledige artikel.