Geeft u veel geld uit aan medische zorg, hulpmiddelen en voorzieningen? Maak dan gebruik van de aftrek van specifieke zorgkosten bij de aangifte inkomstenbelasting. In dit artikel een korte handleiding voor de aangifte in elf vragen en antwoorden.
Dit artikel gaat over de aangifte over het belastingjaar 2013. U doet deze aangifte in het voorjaar van 2014.
De aftrek van zorgkosten is toch afgeschaft?
Lang zag het ernaar uit dat de aftrek van specifieke zorgkosten zijn langste tijd gehad had. In het regeerakkoord stond dat deze aftrek al per 1 januari 2014 zou vervallen. Dat plan is gelukkig niet doorgegaan. Door het herfstakkoord van oktober 2013 en dankzij een intensieve lobby van de CG-Raad, Platform VG en andere patiënten- en gehandicaptenorganisaties)is de aftrek voor een groot deel blijven bestaan. Ook in 2014 en latere jaren.
Ik betaal nooit belasting. Hoe kan ik dan iets terugkrijgen?
De kans is groot dat u wel degelijk belasting betaalt. Kijk maar op de jaaropgave over 2013. Onder het kopje ‘loonheffing’ vindt u het bedrag dat de werkgever of de uitkeringsinstantie voor u aan de Belastingdienst heeft afgedragen. Een deel daarvan krijgt u terug, als u recht hebt op aftrek. Zelfs als uw inkomen inderdaad zo laag is dat u echt geen belasting hoeft te betalen, kunt u belastinggeld terugkrijgen vanwege aftrekbare zorgkosten. Dat komt door de Tegemoetkomingsregeling. Als u zorgkosten hebt opgevoerd bij uw belastingaangifte en u voldoet aan de voorwaarden voor deze regeling, dan krijgt u daarover vanzelf bericht van de Belastingdienst.
Ik kom er niet uit. Wat nu?
Veel belangenorganisaties beschikken over deskundige vrijwilligers, die u graag helpen. Neem voor meer informatie contact op met uw gehandicaptenorganisatie, patiëntenvereniging, ouderenorganisatie, belastingwinkel of vakbond.
En als ik het toch zelf wil doen?
Ga naar de website Belastingdienst.nl en download het Aangifteprogramma 2013. Hebt u een fiscale partner (echtgenoot, geregistreerd partner of samenwoner), gebruik dan samen één Aangifteprogramma.
Hoe ga ik te werk?
Vul eerst de algemene gegevens in waar het Aangifteprogramma om vraagt. Ga dan naar het onderdeel Aftrek, vink ‘Specifieke zorgkosten’ aan en klik op Akkoord. U krijgt een lijstje te zien met de verschillende onderdelen van deze aftrekpost. Onder de vraagtekentjes vindt u telkens een toelichting.
Voor de aftrek van specifieke zorgkosten geldt een aantal algemene regels en beperkingen. U moet de kosten in 2013 hebben betaald. Het gaat om kosten voor uzelf, uw fiscaal partner, uw kinderen tot 27 jaar (ongeacht waar ze wonen) of familieleden die bij u wonen en die van uw zorg afhankelijk zijn.
Zorgpremies zijn niet aftrekbaar. Uitgaven die vergoed worden, kunt u niet ook nog eens aftrekken. De wettelijke eigen bijdragen die u betaalt aan het CAK, aan uw zorgverzekering of aan de gemeente zijn niet aftrekbaar. Het eigen risico in de basisverzekering is niet aftrekbaar, ook niet als uzelf hebt gekozen voor een hoger eigen risico.
U kunt bij het Aangifteprogramma geen specificaties meesturen. Maar u moet veel kosten wel kunnen aantonen. Bewaar daarom altijd bonnen en betaalbewijzen overzichtelijk in een speciale map.
Wat kan ik allemaal aftrekken?
De specifieke zorgkosten bestaan uit verschillende onderdelen. U vindt deze onderdelen terug in het Aangifteprogramma. Hieronder staan ze op een rijtje, met een toelichting.
Genees- en heelkundige hulp
Deze post bestaat uit twee onderdelen: (1) medische en paramedische hulp en (2) particuliere verpleging en verzorging.
Bij medische hulp gaat het om rekeningen van artsen die naar Nederlandse maatstaven als arts worden erkend. De kosten van alternatieve geneeswijzen kunt u alleen aftrekken als de behandeling plaatsvindt op verwijzing en onder begeleiding van ’een dergelijke erkende arts. Kosten voor ooglaserbehandelingen zijn niet aftrekbaar. Paramedische kosten zijn bijvoorbeeld de kosten voor een fysiotherapeut, een ergotherapeut, een tandarts of orthodontist. Hierbij geldt als uitzondering de kosten voor bruggen: die vallen onder het kopje ‘hulpmiddelen’.
Bij particuliere verpleging en verzorging gaat het om uitgaven die niet onder een AWBZ-indicatie vallen. Er zijn vier mogelijkheden.
-
U hebt geen AWBZ-indicatie, maar u schakelt vanwege uw handicap of ziekte wel particuliere verpleging of verzorging in. De kosten hiervoor zijn aftrekbaar.
-
U hebt een persoonsgebonden budget (PGB) voor verpleging en verzorging, op basis van een AWBZ-indicatie. Maar die indicatie is niet toereikend. Daarom koopt u naast uw PGB ook zelf nog particuliere verpleging of verzorging in. In dat geval zijn alleen de uitgaven aftrekbaar die uitgaan boven uw bruto PGB (de indicatie, omgerekend in geld). De uitgaven die u doet omdat uw PGB is gekort met de eigen bijdrage (het verschil tussen uw bruto PGB en uw netto PGB) zijn niet aftrekbaar.
-
U woont in een particulier verpleeg- of verzorgingshuis, zonder AWBZ-indicatie. Een deel van de pensionprijs is bedoeld voor zorg. Dit deel is aftrekbaar. Het huis heeft hierover afspraken gemaakt met de Belastingdienst en kan u verder informeren.
-
U woont in een AWBZ-instelling. U gaat mee op een bewonersvakantie. U krijgt hiervoor een factuur van de instelling. Op die factuur is gespecificeerd welk deel betrekking heeft op de salariskosten en de verblijfskosten voor het verplegend en verzorgend personeel dat mee gaat met de vakantie. Alleen dat deel is aftrekbaar als ‘genees- en heelkundige hulp’.
Reiskosten ziekenbezoek
Het gaat om reiskosten die u maakt om een zieke en gehandicapte (voormalige) huisgenoot te bezoeken. Die huisgenoot moet dan wel meer dan 10 kilometer verderop verpleegd worden, die verpleging moet langer dan een maand duren en u moet er regelmatig op bezoek gaan. Denk aan het bezoeken van een kind, familielid of partner die vanuit uw gezamenlijke huishouding in een AWBZ-instelling is opgenomen. De aftrek is niet beperkt in de tijd, u kunt er ook nog gebruik van maken als uw voormalige huisgenoot al jaren in een instelling woont. Reist u per openbaar vervoer of per taxi, dan zijn de kosten volledig aftrekbaar. Neemt u de auto, dan geldt een standaardtarief van € 0,19 per kilometer.
Voorgeschreven medicijnen
Het gaat bij deze post om medicijnen (waaronder verbandmiddelen) die u gebruikt op voorschrift van een in Nederland erkende arts en waarvoor u geen (volledige) vergoeding krijgt van uw zorgverzekeraar. Ook uitgaven voor homeopathische medicijnen zijn aftrekbaar, als ze door een arts zijn voorgeschreven.
Hulpmiddelen
Het gaat om hulpmiddelen die een elementaire lichaamsfunctie overnemen of om hulpmiddelen die u speciaal vanwege uw handicap of ziekte hebt aangeschaft en die voor anderen geen waarde hebben. Dit geldt bijvoorbeeld voor steunzolen, elastische kousen, prothesen (waaronder bruggen die de tandarts aanlegt) en rolstoelen. Ook de kosten voor het verzekeren en het onderhoud van hulpmiddelen zijn aftrekbaar. Laadkosten voor accu’s van scootmobielen en elektrische rolstoelen zijn aftrekbaar. U moet ze dan wel aannemelijk kunnen maken. Huurde u hulpmiddelen, bijvoorbeeld via een thuiszorgwinkel, dan is de huur aftrekbaar.
U hoeft hulpmiddelen over het algemeen niet af te schrijven. U kunt de kosten dus in één keer aftrekken. Voorwaarde is dat het hulpmiddel al na het eerste gebruik geen handelswaarde meer heeft. Om die reden moet u een scootmobiel juist wel afschrijven. Gebruikte scootmobielen zijn namelijk goed te verhandelen. U kunt dan alleen de afschrijving over 2013 opvoeren als specifieke zorgkosten.
Uitgaven voor een aantal hulpmiddelen zijn niet aftrekbaar. Ze zijn bij wet van de regeling uitgezonderd of de belastingrechter heeft er in het verleden een uitspraak over gedaan. Extra stookkosten en uitgaven voor brillen, contactlenzen, contactlensvloeistoffen en loophulpmiddelen (stokken, krukken, rollators) kunt u daardoor niet aftrekken. Met ingang van het belastingjaar 2014 (aangifte in het voorjaar van 2015) kunt u ook kosten voor rolstoelen en scootmobielen niet langer aftrekken. Ook de wettelijke eigen bijdrage die u betaalt bij de verstrekking van hulpmiddelen (bijvoorbeeld de 25% eigen bijdrage bij een gehoorapparaat of een kunstgebit) kunt u niet aftrekken.
Vervoer
Het gaat hierbij om de extra vervoerskosten vanwege uw handicap of ziekte. Er zijn twee mogelijkheden: (1) ziekenvervoer en (2) leefvervoer.
Bij ziekenvervoer gaat het om de reiskosten voor (para)medische behandelingen.
-
Wordt u per ambulance vervoerd, dan betaalt uw zorgverzekeraar de kosten.
-
Krijgt u nierdialyse in een instelling, krijgt u chemotherapie of radiotherapie, kunt u zich alleen per rolstoel of scootmobiel verplaatsen, kunt u door uw beperkte gezichtsvermogen alleen met een begeleider reizen of hebt u met succes een beroep gedaan op de hardheidsclausule voor langdurige behandelingen, dan krijgt u een vergoeding van uw zorgverzekeraar voor het ziekenvervoer, na aftrek van een eigen bijdrage van € 95. Die eigen bijdrage is niet aftrekbaar. Voor vervoer per eigen auto rekende de zorgverzekeraar in 2013 een vergoeding van € 0,31 per kilometer. Is dit bedrag niet toereikend voor uw type auto, dan kunt u de meerkosten aftrekken.
-
Voor andere vormen van ziekenvervoer krijgt u alleen een vergoeding van uw zorgverzekeraar als u hiervoor een aanvullende verzekering hebt afgesloten. Hebt u geen aanvullende verzekering, of maakt u meer kosten voor ziekenvervoer dan uw aanvullende verzekering vergoedt, dan kunt u de meerkosten aftrekken. Neemt u de auto, ga dan uit van de kilometerprijs voor uw type auto uit de tabellen van de ANWB of de Consumentenbond.
Maakt u vanwege uw handicap of ziekte extra kosten voor leefvervoer (privévervoer), dan zijn die kosten aftrekbaar volgens een zogenoemde vergelijkingsmaatstaf. U moet aantonen dat u vanwege uw handicap meer uitgeeft aan uw vervoer dan anderen.
Dieet op voorschrift
U kunt alleen dieetkosten opvoeren zoals die genoemd worden in de tabellen van de Belastingdienst. U hebt een verklaring nodig van een arts of een erkende diëtist.
Kleding en beddengoed
Kunt u aantonen dat u vanwege ziekte of handicap meer dan € 620 extra kosten maakt voor kleding en beddengoed (dus meer dan anderen die geen handicap of ziekte hebben), dan mag u € 775 aftrekken. Kunt u dat niet aantonen, maar blijkt ‘uit algemene kennis’ dat uw handicap of ziekte extra kosten voor kleding en beddengoed met zich meebrengt, dan mag u € 310 aftrekken. De bedragen gelden per persoon. Ook de extra kosten voor het wassen van kleding en beddengoed kunt u meerekenen.
Aanpassingen aan een woning
De kosten voor woningaanpassingen zijn aftrekbaar, maar er gelden wel voorwaarden. De woning moet op medisch voorschrift zijn aangepast. Bovendien geldt een ingewikkelde verrekening met de eventuele waardestijging van uw woning. Deze regeling geldt ook voor nieuwbouwwoningen. Het gaat dan om meerwerk boven de standaard uitvoering van de woning.
Aanpassingen in huurwoningen zijn aftrekbaar, maar alleen voor zover die aanpassingen voor uw eigen rekening komen. Betaalt de verhuurder de aanpassingen en stijgt daardoor uw huur, dan is die extra huur niet aftrekbaar. Met ingang van het jaar 2014 (aangifte in het voorjaar van 2015) zijn woningaanpassingen niet langer aftrekbaar.
Andere aanpassingen
Andere aanpassingen zijn bijvoorbeeld de aanpassingen aan uw auto, fiets of brommer, maar alleen als die voor mensen zonder handicap geen betekenis hebben. Ook aanpassingen aan een tweede auto (bijvoorbeeld een aparte rolstoelbus) zijn hier aftrekbaar.
Uitgaven voor extra gezinshulp
Het gaat bij deze post uitsluitend om de kosten voor particuliere huishoudelijke hulp die u inhuurt vanwege uw handicap of ziekte, maar waarvoor de gemeente geen indicatie heeft afgegeven in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Er zijn twee mogelijkheden.
1. U hebt geen Wmo-indicatie voor huishoudelijke hulp. In dat geval kunt u alle kosten meetellen.
2. U hebt wel een Wmo-indicatie voor huishoudelijke hulp, maar die indicatie is niet toereikend. U regelt daarom op eigen kosten extra huishoudelijke hulp. In dat geval kunt u alleen de kosten meetellen die boven de indicatie uitgaan. Krijgt u hulp in natura, dan is de eigen bijdrage die u daarvoor betaalt niet aftrekbaar. Krijgt u een persoonsgebonden budget (PGB) van de gemeente voor huishoudelijke hulp, dan zijn alleen de uitgaven boven het bruto PGB (de indicatie, omgerekend in geld) aftrekbaar. De uitgaven die u doet omdat uw PGB wordt gekort met de eigen bijdrage (het verschil tussen uw bruto PGB en uw netto PGB) zijn niet aftrekbaar.
Er geldt voor deze aftrekpost een drempelbedrag, afhankelijk van uw inkomen. Alleen uitgaven boven de drempel zijn aftrekbaar. Maakt u gebruik van deze post, dan berekent het Aangifteprogramma automatisch deze drempel.
Verhoging
Hebt u een (gezamenlijk) drempelinkomen dat niet hoger is dan € 33.555, dan geldt een standaard verhoging van een aantal specifieke zorgkosten. De verhoging geldt niet voor de posten ‘genees- en heelkundige hulp’ en ‘reiskosten ziekenbezoek’. De verhoging is afhankelijk van uw leeftijd: voor AOW-ers geldt een hogere factor (1,13 keer) dan voor anderen (0,4 keer). Het Aangifteprogramma berekent zelf of u in aanmerking komt voor de verhoging en om welk bedrag het gaat. Het programma vult het bedrag vervolgens automatisch voor u in. Het Aangifteprogramma berekent nu zelf het totaal van uw specifieke zorgkosten, inclusief de verhoging. Ook dit bedrag vult het programma automatisch voor u in.
Krijg ik al die kosten terug?
Helaas niet. Voor de aftrek van specifieke zorgkosten geldt een drempel. Alleen als u meer specifieke zorgkosten hebt dan de drempel, mag u de kosten boven de drempel aftrekken. Toch haalt u de drempel gemakkelijker dan u denkt. Vooral voor mensen met een laag inkomen is de drempel niet zo hoog. En de verhoging van de specifieke zorgkosten telt mee om de drempel te halen.
Het Aangifteprogramma berekent uw drempel automatisch, op basis van de gegevens die u eerder hebt ingevuld over uw inkomen in de verschillende boxen. Het Aangifteprogramma berekent vervolgens zelf welke bedrag u kunt aftrekken als specifieke zorgkosten en vult het bedrag alvast voor u in.
Bent u fiscale partners, dan hebt u bij de vorige stappen de aftrekbare specifieke zorgkosten uitgerekend voor uzelf en uw fiscale partner samen. U hebt dus één bedrag uitgerekend, dat betrekking heeft op u beiden. U moet deze aftrek nu gaan verdelen. U mag zelf bepalen in welke verhouding u dat doet.
Ga naar de rubriek ‘Verdelen’. Als u bij één van beiden een bedrag invult, berekent het Aangifteprogramma zelf hoeveel aftrek er voor de ander overblijft. In het Aangifteprogramma kunt u in de rubriek ‘Overzicht’ zien hoeveel belastinggeld u terugkrijgt. U moet dan wel de bedragen invullen die u in de loop van het jaar al betaald hebt of hebt teruggekregen vanwege een voorlopige aanslag over het jaar 2013.
Klaar. En nu?
Stuur uw aangifte in via internet. Om dat te doen hebt u een DigiD nodig. Hebt u nog geen DigiD, vraag die dan tijdig aan via de website Digid.nl. De Belastingdienst reageertop uw aangifte met een belastingaanslag. Ook als u geld terugkrijgt. Meestal krijgt u eerst een voorlopige aanslag en pas later een definitieve.
Krijg ik precies terug wat in het overzicht stond?
Meestal wel. Zo niet, bekijk de aanslag dan zorgvuldig en maak zo nodig officieel bezwaar. Hoe dat moet staat in de aanslag zelf.
Moet ik opschieten?
Veel mensen krijgen van de Belastingdienst per brief of per e-mail een uitnodiging om aangifte te doen. Er staat dan bij dat u uw aangifte moet insturen vóór 1 april 2014. Lukt dat niet, vraag dan uitstel tot 1 september. U hoeft alleen maar even te bellen met de Belastingtelefoon 0800-0543. Houd daarbij uw BSN-nummer (sofinummer) bij de hand. Doe dat wel vóór 1 april. Ben u fiscale partners, dan moet u allebei even bellen.
Krijgt u geen uitnodiging van de Belastingdienst om aangifte te doen, dan kunt u nog tot vijf jaar later zelf een aangifte indienen. Voor het belastingjaar 2013 kan dat dus nog tot 31 december 2018.
Tekst: Kees Dijkman
Bron:
Deze informatie wordt u aangeboden door Ieder(in), de opvolger van de Chronisch zieken en Gehandicapten Raad Nederland en het Platform VG (Verstandelijk Gehandicapten). De tekst is met de meeste zorgvuldigheid samengesteld, maar u kunt er geen rechten aan ontlenen. Voor meer informatie, kijk op de website Meerkosten.nl in de rubriek ‘Belastingvoordeel’ of bestel de brochure ‘Belastingvoordeel 2013 voor mensen met een handicap en chronisch zieken’ bij de Ieder(in) bestellijn, telefoon (030) 720 00 49. In verband met de overstap naar het nieuwe telefoonsysteem van Ieder(in), is dit nummer niet bereikbaar van 1 tot 7 januari.