Een CT-scan na overlijden leidt tot 12% meer juist vastgestelde doodsoorzaken ten opzichte van de doodsoorzaak die de behandelend arts vaststelt op basis van alleen klinische gegevens en lichamelijk onderzoek.
Het kan een manier zijn om nabestaanden meer duidelijkheid te geven over de oorzaak van het overlijden van hun dierbare. Dit is een bevinding van Lianne Sonnemans, radioloog in opleiding aan het Radboudumc, die vandaag haar proefschrift verdedigt.
Bij het overlijden van een patiënt stelt een arts altijd de doodsoorzaak vast. Soms volgt een autopsie, maar het aantal autopsies (of obducties) is de laatste decennia om diverse redenen sterk gedaald. Bijvoorbeeld omdat men geen nieuwe bevindingen verwacht te vinden, omdat veel diagnoses al bij leven gesteld kunnen worden, door de komst van nieuwe beeldvormende technieken zoals CT-scans en MRI-scans.
Sonnemans vergeleek in haar promotieonderzoek enerzijds de doodsoorzaak zoals vastgesteld door de behandelend arts op basis van klinische gegevens met anderzijds de doodsoorzaak zoals vastgesteld door de radioloog op basis van de CT-scan. Deze vergeleek zij met de doodsoorzaak die door de patholoog bij autopsie is vastgesteld. Zo kon zij onderzoeken wat de toegevoegde waarde van een CT-scan na overlijden is.
Lees hier het volledige artikel.