CT-scan helpt bij gepersonaliseerde behandeling

De beeldvorming om een tumor in het hoofd-halsgebied mee in kaart te brengen, geeft ook informatie om de behandeling beter af te stemmen op de individuele patiënt. Een belangrijke factor hierin is de hoeveelheid spierweefsel die een patiënt heeft.

Dat blijkt uit het promotieonderzoek van Sandra Bril aan het UMC Utrecht. Ze promoveerde op 23 november.

Jaarlijks krijgen zo’n 3000 mensen in Nederland te horen dat ze hoofd-halskanker hebben. Vormen van hoofd-halskanker die het vaakst voorkomen zijn keelkanker en kanker in het strottenhoofd. Als de tumor nog niet is uitgezaaid, kan de arts een behandeling voorstellen om te genezen van de ziekte. Vaak is dat een operatie of een behandeling met bestraling en/of chemotherapie.

Dit zijn ingrijpende behandelingen; veel patiënten hebben last van bijwerkingen. Na de operatie zijn er vaak problemen met de genezing van de wond. Door chemotherapie krijgen veel patiënten te maken met vermoeidheid, hevige misselijkheid, problemen met de nieren, minder goed kunnen horen en meer kans op infecties. Na de bestraling houden veel mensen voor een langere tijd last van een droge mond en hebben ze moeite met eten.

Lees hier het volledige artikel.