Oogartsen van University of Southern California ontwikkelden een simulatieprogramma om de lokale bestraling van melanomen in het vaatvlies van het oog te optimaliseren. In JAMA Ophthalmology stellen ze dat hun aanpak voor de oogchirurg eenvoudiger is en minstens zo goed presteert als de huidige standaardtechniek (2013; epub 5 september).
Bij de behandeling van melanomen van het vaatvlies (choroïdea) staat oogbolsparende brachytherapie sinds een grote in 2001 gepubliceerde studie als even effectief te boek als de operatieve verwijdering van het aangedane oog. Bij de brachytherapie wordt een plaatje met radioactieve korrels gedurende enkele dagen op de buitenkant van de oogbol geplaatst. Het positioneren van het bestralingsplaatje is soms lastig, bijvoorbeeld omdat tijdens de operatie die daarvoor nodig is, niet altijd duidelijk te zien is waar de tumor precies zit. Daarom ontwikkelde de groep van Melvin Astrahan software om de preoperatieve klinische informatie te bundelen en op basis daarvan de optimale architectuur van de 125jodiumkorrels en positie van het plaatje op het oog te berekenen.
De 82 patiënten die de onderzoekers tussen 1990 en 2010 met op maat gemodelleerde brachytherapie behandelden, hadden een vergelijkbaar of beter klinisch beloop ten opzichte van de 638 mensen in de oorspronkelijke multicentrische brachytherapietrial. Op basis van de berekende Kaplan-Meier-curves had na 5 jaar een vergelijkbaar percentage (11%) van hen gemetastaseerde ziekte. Het percentage patiënten met hernieuwde tumorgroei, of bij wie alsnog de oogbol verwijderd moest worden, lag bij de met hulp van het computermodel bestraalde patiënten echter lager dan bij de op klassieke wijze behandelde patiënten. Bovendien veroorzaakte de computergestuurde therapie minder oculaire bestralingsbijwerkingen.
De auteurs zijn kortom optimistisch over hun softwarematig gepersonaliseerde brachytherapie. Het zou mooi zijn als hun resultaten in een onafhankelijk cohort bevestigd worden.
Bron: Nederlands tijdschrift voor Geneeskunde