Sinds 1995 worden regelmatig kunststof implantaten gebruikt bij liesbreukoperaties. Inmiddels is dit wereldwijd een standaardprocedure. Maar bij 2 procent van de 30.000 patiënten per jaar leiden deze implantaten tot ernstige, chronische pijnklachten.
De medische wereld is verdeeld over de behandeling van deze patiënten. In april komt er een nieuwe richtlijn voor liesbreukchirurgie.
Patiënten worden niet gehoord
Na de eerste uitzending van Radar over bekkenbodemmatjes, in 2012, kregen we veel meldingen binnen van mannen die na een liesbreukoperatie jarenlang kampten met ernstige chronische pijn. Dit als gevolg van een kunststof implantaat dat werd geplaatst om de liesbreuk te repareren. Zij werden vaak niet gehoord door hun arts.
Een liesbreukoperatie is de meest uitgevoerde ingreep door chirurgen. Een liesbreuk is een scheurtje in de buikwand. Sinds de jaren negentig van de vorige eeuw wordt daarbij in Nederland bijna standaard een kunststof mat geplaatst om de breuk te herstellen. Ongeveer 10 procent blijft na deze operatie met pijnklachten rondlopen, ongeveer 2 procent wordt door het matje veroorzaakt. Op een aantal van 30.000 liesbreukoperaties per jaar, betekent 2 procent dat er jaarlijks 600 mensen met chronische pijnklachten bij komen. Patiënten komen echter in een circuit terecht waar ze niet verder geholpen kunnen worden, omdat de arts de klachten niet serieus neemt, of hier niets aan kan doen doordat ze geen expertise hebben om het matje weer te verwijderen.
Lees hier het volledige artikel.