Alvleesklierkanker is een van de meest dodelijke vormen van kanker: slechts twee op de tien mensen overleeft de eerste vijf jaar na de diagnose. In de zoektocht naar een betere behandeling richten onderzoekers zich tot nu toe vooral op het uitpluizen van kenmerken van tumorcellen.
Merel Aberle, verbonden aan onderzoeksinstituut NUTRIM en de afdeling Chirurgie van het Maastricht UMC+, toont aan dat het belangrijk is om óók naar de patiënt te kijken.
Zo vond ze dat chemotherapie minder effectief is bij patiënten met weinig vet- en spiermassa – wat geldt voor een grote meerderheid van de alvleesklierkankerpatiënten. Op 16 november promoveert Aberle op dit onderzoek.
Mensen met alvleesklierkanker kunnen in korte tijd ernstig vermageren en tot wel tien kilo aan vet en spieren verliezen. Dit gewichtsverlies wordt cachexie genoemd, en komt voor bij 80% van de alvleesklierkankerpatiënten. De meeste patiënten ondergaan chemotherapie, maar vooral degenen met cachexie leven minder lang.
Lees hier het volledige artikel.