Decennia lang hebben wetenschappers zich geconcentreerd op de impact van chemo op kankercellen. Pas in de laatste jaren ligt de focus meer op de gevolgen voor niet-kankercellen. Een nieuwe studie toont nu aan dat chemotherapie de verspreiding van kankercellen buiten de primaire tumor net bevordert.
Onderzoekers injecteerden een dosis van het chemo-geneesmiddel cyclofosfamide in muizen en wachtten vier dagen tot de dieren het geneesmiddel hadden gemetaboliseerd en uitgescheiden. Daarna gaven ze de muizen intraveneuze injecties met borstkankercellen, waardoor deze naar de longen konden reizen. Eenmaal in de longen hadden de kankercellen meer kans om zich vast te hechten aan bloedvatwanden als de dieren vooraf waren behandeld met chemo, zo bleek.
Tsonwin Hai, professor in de biologische chemie en farmacologie aan de Ohio State University en hoofdauteur van de studie, ziet twee redenen: “De endotheelcellen die de binnenkant van het bloedvat bekleden zijn als een bakstenen muur, en elke baksteen zit stevig vast aan de volgende. Toen we muizen met chemotherapie behandelden, werd de verbinding minder hecht en konden de kankercellen zich door de baksteenlaag dringen. Bovendien veranderde de chemo het onderliggende keldermembraan, zodat de kankercellen, als ze zich er eenmaal doorheen persen, een plek hadden om zich aan vast te houden en dus niet door de bloedstroom werden weggesleurd.”
Lees hier het volledige artikel.