Als het *Centraal Tuchtcollege (CTG, *Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg) een maatregel oplegt, zal dat voortaan ten minste een berisping zijn, tenzij er aanleiding is om te volstaan met een waarschuwing. Dat schrijft Daan Asser, waarnemend voorzitter van het CTG, in een interne brief aan alle leden en plaatsvervangend voorzitters van het CTG. Medisch Contact heeft de brief in bezit. Volgens Asser zal dit niet leiden tot een toename van berispingen.
In de brief staat dat de CTG-voorzitters dit besluit namen tijdens een vergadering op 11 februari. Volgens Asser is de tekst scherp gesteld omdat deze vooral bedoeld is om over te discussiëren: ‘En dat gebeurt ook al, hebben we gemerkt.’ De voorzitters denken dat ‘het uitgangspunt berisping als de “normale” maatregel, zal leiden tot een consistentere motivering’. Aanleiding hiervoor is recent onderzoek van De Klerk en Olsthoorn waaruit naar voren kwam dat tuchtcolleges niet consistent zijn in motiveren.
Volgens Asser gaat het met name om de wat ‘zwaardere gevallen’: ‘Vooral de buitenwacht begrijpt in zaken die ernstig ogen dan niet goed waarom er slechts een waarschuwing wordt opgelegd. Voor die gevallen zeggen wij: ga dan uit van een berisping, tenzij er goede reden is om een waarschuwing te geven, en leg dat dan goed uit. Maar het is niet de bedoeling om berispingen op te leggen waar een waarschuwing nodig is.’
Een berisping staat voor een terechtwijzing vanwege ernstig verwijtbaar handelen en weegt zwaarder dan een waarschuwing, waarmee hooguit gewezen wordt op onjuist gedrag. Het heeft ook andere gevolgen: een berisping (en alle zwaardere maatregelen) wordt in het BIG-register bij de naam van de zorgverlener gezet, en blijft daar vijf jaar zichtbaar. Ook wordt de maatregel in een lokale krant gepubliceerd, met naam en toenaam.
Lees hier het volledige artikel.