Een dwarslaesie krijgen zet je leven op zijn kop. De meest voorkomende klacht is decubitus, een vervelende doorligwond die maar moeizaam geneest en makkelijk terugkeert. Wat is hiertegen te doen, vraagt een lezer.
Op zijn werk als arts op de dwarslaesie-afdeling van revalidatiecentrum Reade aan de Amsterdamse Overtoom ziet Christof Smit regelmatig mensen die net in een rolstoel zijn beland. Bijvoorbeeld na een motorongeluk, schietpartij, mislukte zelfdoding, een ziekte of het innemen van te veel lachgas.
Wereldwijd hebben geschat tweeënhalf miljoen mensen een dwarslaesie, in Nederland zo’n 12.500. “Elke nieuwe patiënt raakt me weer. Het zet iemands leven echt op zijn kop. Na een tijdje lukt het vaak wel weer kwaliteit van leven te ervaren”, vertelt Smit.
De lezer staat niet alleen in zijn vraag. Van de mensen met een dwarslaesie krijgt 80 tot 85 procent een nare doorligwond, meestal op het zitvlak. “Dan worden zij letterlijk wéér uit het leven gerukt, weer hier opgenomen. Soms moeten zij geopereerd worden, maar ze moeten hoe dan ook bedrust nemen. Het gaat dan fysiek én psychisch slecht, want hun sociale leven en werk lijden eronder.”
Lees hier het volledige artikel.