Er woedt een verbeten strijd tussen voor- en tegenstanders van cholesterolverlagers, die bedoeld zijn om hart- en vaatziekten te voorkomen. Voorstanders van deze statines beroepen zich op grote onderzoeken die laten zien dat de medicijnen de kans op een volgend hartinfarct verlagen. Tegenstanders verwijten de voorstanders een ondoorzichtige – en onvolledige – presentatie van onderzoeksresultaten. Maar wat is waar?
Een kwestie van presentatie
Statines verlagen het cholesterol zeer effectief. Grootschalig onderzoek wees uit dat deze medicijnen de kans op een volgend hartinfarct met zo’n 30% verlagen. Sindsdien staat in alle behandelrichtlijnen dat deze mensen een statine moeten krijgen en werden dit de best verkochte medicijnen ter wereld. Mooi toch, 30 % minder hartinfarcten?
Of is dat wel het geval? Eén van de kritiekpunten luidt dat het effect van statines te rooskleurig wordt voorgesteld.
Als voorbeeld gebruik ik de eerste statine-studie, de ‘4S’ uit 1994. De meeste daaropvolgende studies hebben vergelijkbare resultaten. De 4S duurde 6 jaar. Tijdens deze studie kreeg de helft van de 4444 mensen simvastatine, de andere helft kreeg een pil zonder werkzame stof (placebo). Al deze mensen hadden een hoog cholesterol en hadden eerder een hartinfarct gehad. In de simvastatine-groep kregen 431 (=19 op de 100) mensen opnieuw een hartinfarct binnen 6 jaar. In de placebogroep waren dat 622 (=28 op de 100) mensen. Dat komt neer op een daling van 33% door het slikken van simvastatine!
Lees hier het volledige artikel.