Onderzoekers van het UMC Utrecht en TNO hebben referentiecurves ontwikkeld waardoor anesthesiologen beter kunnen bepalen wanneer een bloeddruk van een kind onder narcose laag is in vergelijking met andere eerder geopereerde kinderen. Het risico op hersen- of orgaanletsel door narcose wordt hierdoor verkleind.
Het onderzoek is gepubliceerd in Anesthesiology.
Jaarlijks worden in Amerika en Europa meer dan 6 miljoen kinderen geopereerd onder narcose. Het is normaal dat de bloeddruk onder narcose daalt, omdat de zelfregulerende functies van het lichaam dan worden uitgeschakeld. Als de bloeddruk te laag wordt, dan kan dat schade opleveren aan de hersenen of andere organen. Om die reden wordt de bloeddruk tijdens een operatie nauwlettend in de gaten gehouden, maar er was geen wetenschappelijk gedefinieerde bandbreedte waarbinnen de bloeddruk moest blijven.
Anesthesioloog Jurgen de Graaff heeft het onderzoek geleid en de curve en bijbehorende bandbreedte ontwikkeld. “De schade is niet altijd direct na de operatie merkbaar en het is ingewikkeld om te bepalen of die ontstaat door een te lage bloeddruk of door andere aspecten van anesthesie. De uitkomsten van dit onderzoek zijn daarom ook erg relevant voor verder onderzoek”, aldus de Graaff.
Lees hier het volledige artikel.