Sleutelen aan de mens, zoals het geheugen, de concentratie of de slaapbehoefte, is niet tegen te houden. Waar ligt de grens? Maartje Schermer denkt dat sleutelen aan de mens niet is tegen te houden, lees hieronder haar opinie over de biomedische wedloop.
Nederland 2035. Een computerprogrammeur solliciteert bij een telecombedrijf. “Hoe staat u tegenover het gebruik van slaapremmers?”, wordt hem gevraagd. Hij aarzelt. “Ik heb daar wel moeite mee. Je hoort soms toch wel over bijwerkingen. Is dat een bezwaar? Ik heb van mezelf weinig slaap nodig hoor!” Een dag later hoort hij dat een collega die geen problemen heeft met het gebruik van prestatiebevorderende medicatie, de baan heeft gekregen.
Dit voorbeeld is fictief. ‘Slaapremmers’ bestaan (nog) niet. Wel worden geneesmiddelen als modafinil en methylphenidaat (Ritalin) door studenten en wetenschappers gebruikt om een jetlag tegen te gaan en om geconcentreerd te kunnen doorwerken. Op dit moment is er nauwelijks bewijs dat deze middelen bij gezonde personen echt prestatieverbeterend werken, terwijl er wel bijwerkingen en andere nadelen zijn. Het is echter niet ondenkbaar dat er in de toekomst effectievere en veiliger middelen ontwikkeld zullen worden. Ook onderzoek op het gebied van elektrische hersenstimulatie en van genetica kan tot nieuwe mogelijkheden voor cognitieverbetering leiden.
Lees hier het volledige opiniestuk.