De incidentie van aan osteoporose gerelateerde botbreuken zal tot 2030 met 40 procent toenemen, en de directe aan de behandeling gekoppelde kosten (momenteel ongeveer 600 miljoen euro per jaar) zullen met ongeveer 50 procent toenemen. De minstens even hoge indirecte kosten zijn daarin niet eens meegerekend.
Dat is een van de beweringen in de oratie van internist-endocrinoloog dr. Joop van den Bergh, die op vrijdag 2 oktober formeel wordt aangesteld als bijzonder hoogleraar Botkwaliteit en Metabole Botaandoeningen aan de Universiteit Maastricht .
Van den Bergh doet in het Maastricht UMC+ (en in VieCuri MC in Venlo) al vele jaren onderzoek naar osteoporose, metabole botaandoeningen en (herhaald) fractuurrisico. Daarbij speelt beeldvorming (het meten van de botsterkte door middel van de modernste scanmethodes) en de relatie tussen bepaalde ziekten (COPD, diabetes, reuma) en botfracturen een belangrijke rol. In dit kader is er onder meer een samenwerking tot stand gebracht met het Garvan Institute in Sydney om deze aspecten in grote internationale cohorten (de VS, het Verenigd Koninkrijk, Canada, Noorwegen, Zweden en Italië) nader te bestuderen. De eerste resultaten van dit ambitieuze samenwerkingsproject worden binnenkort wereldkundig gemaakt tijdens een congres in de VS. Gebleken is onder meer dat bij fractuurpatiënten die bisfosfonaten kregen toegediend, het risico op een nieuwe botbreuk 40 % lager was en de sterfte 20 % lager.
Lees hier het volledige artikel.