De overheid keerde in 2018 voor 159,3 miljard euro aan sociale uitkeringen uit. Dat is bijna 4 miljard euro meer dan in het voorgaande jaar. De uitkeringen via de Zorgverzekeringswet (Zvw) zijn in 2018 gestegen met 1,5 miljard euro tot ruim 42 miljard euro.
De uitkeringen via de Wet langdurige zorg (Wlz) namen toe met 1,2 miljard tot 19,4 miljard euro. Hiermee zijn deze uitgaven verantwoordelijk voor ruim twee derde van de totale toename van de uitgaven aan sociale uitkeringen.
Bij sociale uitkeringen gaat het om uitkeringen in geld of natura, om huishoudens financiële zekerheid te bieden tegen inkomstenrisico’s als ziekte, invaliditeit en arbeidsongeschiktheid. Ook bijdragen aan huishoudens om in bepaalde behoeftes te voorzien, zoals huisvesting en onderwijs, vallen onder de sociale uitkeringen. En, zoals gezegd: dus de uitkeringen via de Zvw en de Wlz tot de sociale uitkeringen gerekend.
Onder de Zvw vallen medische kosten die vergoed worden vanuit het basispakket van de zorgverzekering. De Wlz heeft betrekking op langdurige zorg, zoals verblijf in een verzorgings- of verpleegtehuis.
Lees hier het volledige artikel.