Betere overleving bij bindweefselaandoening dankzij stamceltransplantatie

Patiënten met een zware bindweefselaandoening kunnen baat hebben bij een stamceltransplantatie. Dat blijkt uit internationaal onderzoek, waaraan ook VUmc-onderzoekers van de afdelingen reumatologie en hematologie deelnamen. Zij publiceerden er onlangs over in het gerenommeerde blad JAMA.

Het is een zeldzame aandoening, sclerodermie (andere benaming: systemische sclerose), maar wie ermee te kampen heeft, krijgt mogelijk een moeilijke periode door de ziekte voor zijn kiezen. “Door een verharding van het bindweefsel kunnen op allerlei plekken in het lichaam problemen optreden”, legt reumatoloog Alexandre Voskuyl uit. “Vaak verstrakt de huid, de slokdarm wordt soms aangetast en ook longen, nieren en hart worden stugger en stijver. Met alle gevolgen vandien”. Bij de ernstigste vorm van de ziekte is de sterfte onder patiënten na vijf jaar 30 tot 50%.

De bestaande aanpak van de ziekte gaat uit van het antikankermiddel cyclofosfamide. Dat wordt in lage dosering toegediend, maar kan de ziekte helaas niet tot staan brengen. Daarom begon in 2001 een Europese studie onder leiding van reumatoloog Jaap van Laar van (inmiddels) UMC Utrecht, waaraan ook VUmc deelnam. De aanpak was hierbij om de afweercellen (T-cellen), die zich bij sclerodermie tegen het eigen lichaam hebben gericht, een forse klap te geven. Dit doen artsen door een fors hogere dosis van het genoemde chemotherapiemiddel aan de patiënt te geven. “De crux is dat je eerst de stamcellen van de patiënt oogst – want anders gaan die ook kapot -, ze invriest en ze later weer aan het lichaam teruggeeft”, vertelt hematoloog Arjan van de Loosdrecht. “Vergelijk het met een thermostaat die verkeerd staat afgesteld. Op deze manier proberen we hem te resetten, zodat de ziekte weg is. Patiënten die later hun eigen ontdooide stamcellen terugkrijgen, zijn op celniveau te vergelijken met een jonge baby . Het hele systeem van afweercellen gaat zich weer opnieuw opbouwen.”

Lees hier het volledige artikel.