Het argument komt elke keer terug. Universiteiten doen onderzoek met publieksgeld dat leidt tot nieuwe medicijnen, die dan doorverkocht worden aan de farmaceutische industrie die de laatste ontwikkeling doet en vervolgens voor exorbitante bedragen de middelen verkoopt. We betalen dubbel: eerst met belastinggeld en dan via de zorgpremies. Het klinkt leuk, maar het is een, laten we vriendelijke woorden gebruiken, flagrante onwaarheid.
Universitair onderzoek
De voormalige dean van Harvard Medical School, Jeffrey Flier, legde onlangs nog een keer in The Journal of Clinical Investigation uit hoe het er echt aan toe gaat. Wetenschappers beschrijven biologische mechanismen, eiwitten, enzymen en receptoren die een belangrijke rol kunnen spelen bij ziekteprocessen en publiceren dat. Noeste arbeid en belangrijk voor onze inzichten in de oorzaken van ziektes. En inderdaad, gefinancierd met overheidsgeld.
Bedrijven volgen de publicaties en proberen onderzoek te repliceren om eventueel daarna stoffen te synthetiseren die aangrijpen op zo’n eiwit of receptor. Hier beginnen vaak al de eerste problemen: veel van dat (publiek gefinancierde) onderzoek is niet te bevestigen. Het bedrijf Amgen kon 47 van de 53 gepubliceerde kankerdoorbraken niet herhalen. De kosten van niet-reproduceerbaar preklinisch onderzoek zijn enorm, onlangs geschat op 28 miljard dollar per jaar, alleen al in de Verenigde Staten.
Lees hier het volledige artikel.