Een groot internationaal onderzoek bij ruim 4000 patiënten met borstkanker (stadium 1-3) toont aan dat regionale bestraling na operatie de kans op overleving verbetert. Na gemiddeld tien jaar is de ziekte bij minder vrouwen teruggekeerd of uitgezaaid en zijn er ook minder vrouwen aan borstkanker overleden. De algemene overleving, waarbij alle doodsoorzaken worden meegenomen, verbetert in die tien jaar met ruim anderhalf procent. De resultaten van het onderzoek, gecoördineerd door hoogleraar radiotherapie Philip Poortmans van het Radboudumc, zijn gepubliceerd in het New England Journal of Medicine (NEJM).
Uitzaaiing van kanker vindt vaak plaats via de lymfeklieren. Tot aan de jaren tachtig was het daarom vrij gebruikelijk om na een operatie de borst of de borstwand en alle omliggende klierstreken te bestralen om zo de eventueel nog aanwezige tumorcellen alsnog op te ruimen. “Die aanpak werd minder gebruikelijk”, zegt prof dr Philip Poortmans, “omdat sommige onderzoeken lieten zien dat bestraling van met name de klierstreken geen duidelijk voordeel bood en, sterker nog, mogelijk zelfs schade aan het hart kon opleveren. Maar halverwege de jaren negentig verschenen weer positieve berichten, die samenhingen met een meer gerichte bestraling en een betere afscherming van het hart. Voor ons het sein om in 1996 met 46 ziekenhuizen in dertien landen te starten met een nieuw onderzoek om meer helderheid te krijgen in deze controverse. Met andere woorden: heeft het bestralen van de lymfeklieren rondom de borst(wand) wel of geen zin? Het NEJM publiceert nu de resultaten van dit langlopende onderzoek.”
Lees hier het volledige artikel.